beroering. Eene bladzijde uit de geschiedenis der Nederl. Hervormde kerk (Geloof en Vrijheid, Jaarg. XXII, 1888, blz. 549-568).

N. Beets, Palmiana (Rotterdamsch Jaarboekje, 1889, blz. 97-106).

A. Pierson, Bij een onuitgegeven werk [Dagboek van Willem de Clercq, zie boven blz. 431] (De Gids, 1888, Dl. III, blz. 369-400).

W. Wilde, De afgescheidenen, de kruisgemeente, het laatste conflict. Eene bijdrage tot de geschiedenis der Nederlandsche hervorming (Studiën op godsdienstig, wetenschappelijk en letterkundig gebied, N. R., Dl. XXXI, blz. 1-60).

P. H. Roessingh, De Edelmogenden in de kerk (Nieuwe Drentsche Volksalmanak, 1889, blz. 127–158).

P. A. Tiele, Visitatie en repurgatie van boeken te Utrecht (1568--1570) (Bibliographische adversaria, 2de R., Dl. I, blz. 67-85).

Joh. Dyserinck, Naar aanleiding van het gebed vóór de zitting van den Amsterdamschen gemeenteraad (De Tijdspiegel, 1887, Dl. I, blz. 443—473).

J. G. R. Acquoy, „Ga-doop" [nooddoop] en "ga-gedoopte" (Handelingen en Mededeelingen van de Maatschappij der Nederl. Letterkunde over 1888, blz. 64-68).

J. I. van Doorninck, Doop door vroedvrouwen (Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel, Dl. IX, blz. 277). Ch. C. V. Verreyt, Bijdragen tot de kerkgeschiedenis in Zeeland (Algem. Nederl. Familieblad, 1887, blz. 197).

De predikanten bij de Nederduitsche, Hervormde, Waalsche en Engelsch hervormde gemeenten op Walcheren en Noord-Beveland in 1753 (Algem. Nederl. Familieblad, 1887, blz. 107 v.).

J. I. van Doorninck, De oudste predikanten van Vollenhove (Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel, Dl. IX, blz. 362 v.).

R. E. Hattink, Geslachtkundige aanteekeningen. Ledeboer [Verschillende leden van dit geslacht zijn predikanten geweest, o. a. Christoforus Ledeboer, eerste predikant van

Almelo] (Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel, Dl. IX, blz. 315-361).

F. H. Gagnebin, La famille Saurin, du Dauphiné, et la première tentative missionnaire des protestants de langue française [Belangrijk ook voor de kennis van de Waalsche predikanten van dien naam in Nederland] (Bulletin histor. et littér. de la Sociéte du protestantisme française, 1888, p. 657-663).

J. C. van der Meulen, De registers der graven in de Kloosterkerk te 's Gravenhage (Algem. Nederl. Familieblad, 1887, blz. 3-8, 29-36, 57-64, 85-87).

C. A. van Sypesteyn, De voormalige Engelsche kerk te 's Gravenhage (Haagsch Jaarboekje, 1889, blz. 58-68).

Maurin Nahuys, Eenige graven in de kerk te Burg [eiland Texel] (Algem. Nederl. Familieblad, 1887, blz. 250). Opschriften van grafzerken, voorkomende op het kerkhof der Hervormde gemeente te Oisterwijk en Oirschot (Algem. Nederl. Familieblad, 1887, blz. 139 v. 237).

Th. H. F. van Riemsdijk, De preekstoel in de Groote Kerk te Zwolle (Verzameling van stukken betreff. Overijsselsch regt en geschiedenis, 2de afd., Verslagen en Meded., St. 16, blz. 118—127).

W. L. van den Biesheuvel Schiffer, De kerk te Vries. De kerk te Emmen. Met platen (Nieuwe Drentsche Volksalmanak, 1888, blz. 65-72, 214-220).

W. L. van den Biesheuvel Schiffer, De kerk te Diever. De kerk te Roden. Met platen (Nieuwe Drentsche Volks-Almanak, 1889, blz. 105-112, 176—181).

I. Wilmsonn Kijmmel, Opschriften in de kerk te Roden (Nieuwe Drentsche Volksalmanak, 1888, blz. 33 v.).

I. M. van Kuyk, Grafschriften, wapens, enz., voorkomende in eenige kerken van Drenthe (Nieuwe Drentsche Volksalmanak, 1889, blz. 238–254).

Jan. 1889.

H. C. R.

VERBETERINGEN.

Blz. 95, reg. 6 v. o., staat: aan het slot van de Confessio Bohemica ;

lees: in Art. XII der Confessio Bohemica.

Blz. 108, reg. 9 v. o., staat: 14 Nov. 1599;

lees: 14 Nov. 1592.