Imágenes de páginas
PDF
EPUB
[blocks in formation]

KAARTEN BEVATTENDE DE KERKELIJKE EN STAATKUNDIGE INDEELING DER NEDERLANDEN GEDURENDE DE MIDDELEEUWEN CHRONOLOGISCHE LIJST VAN KETTERS EN KETTERIJEN IN DE NEDERLANDEN

XVI

XXI

CHRONOLOGISCHE LIJST VAN PAUSELIJKE EN BISSCHOPPELIJKE INQUISITEURS IN DE NEDERLANDEN.

VERZAMELING VAN STUKKEN BETREFFENDE DE PAUSELIJKE EN BISSCHOPPELIJKE INQUISITIE IN DE NEDERLANDEN (1025-1520). AANHANGSEL VAN NAGEKOMEN STUKKEN

AANGEHAALDE HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN

CHRONOLOGISCHE LIJST DER STUKKEN

REGISTER

VERBETERINGEN EN AANVULlingen.

[ocr errors]

XXXIV

1

519

526

541

578

638

Degenen, die zich de moeite zouden getroosten in eenig tijdschrift of dagblad dit werk te bespreken, zouden mij hoogst verplichten, indien zij er mij kennis van wilden geven, en alle recht op mijne dankbaarheid verwerven met mij een afdrukje hunner recensie te laten geworden.

P. F.

VOORBERICHT

Met mijne leerlingen van den practischen leergang van vaderlandsche geschiedenis draag ik dit werk op aan de nagedachtenis van Prof. Willem Moll, den vruchtbaren en schranderen ieveraar Voor eene wetenschappelijke behandeling der kerkgeschiedenis in de Nederlanden.

Het is eene eerbiedige en dankbare hulde, die wij den uitstekenden Amsterdamschen hoogleeraar in alle bescheidenheid bewijzen (1).

Wij zijn ook veel verschuldigd aan de aanteekeningen van den heer Duverger over de Nederlandsche Inquisitie vóór keizer Karel V (2), aan het geenszins verouderd werk van C. Schmidt (3) en aan de onlangs verschenen zoo belangrijke geschiedenis der Inquisitie gedurende de middeleeuwen door H. Ch. Lea (3).

(1) Men zie over den onvergetelijken geleerde en leermeester de aandoenlijke levensschetsen van zijnen geliefden leerling Prof. Dr. J. G. R. Acquoy, in het Jaarboek van de Koninklijke Academie van Wetenschappen van Amsterdam (1879, blz. 66-137) en in de Studiën en bijdragen op 't gebied der historische theologie (deel IV, blz. 476-540); alsook F. Vander Haeghen, Arnold en Vanden Berghe, Bibliotheca Belgica, in het artikel W. Moll, Angelus Merula, M. 207. (2) Notes sur l'Inquisition, verschenen in de Bulletins de l'Académie royale de Belgique, 2 reeks, deel XLVII (1879).

(3) Histoire et doctrine de la secte des Cathares ou Albigeois; 2 deelen, Parijs en Genève 1849.

(4) A History of the Inquisition in the Middle Ages; 3 deelen, New-York 1888,

Onder degenen, die ons bereidwillig ter hulp zijn gekomen in het opsporen van archiefstukken of zeldzame boeken, vermelden wij met erkentelijkheid wijlen den rijksarchivaris van België Gachard en de heeren Ferd. Vander Haeghen, Arnold en Vanden Berghe, het onvermoeid drietal geleerden van de Bibliotheek der Gentsche Hoogeschool; wijlen L. Ph. C. Vanden Bergh, rijksarchivaris te 's Gravenhage; K. Ruelens, conservator der handschriften aan de Koninklijke Bibliotheek te Brussel; K. Piot, rijksarchivaris aldaar; Campbell, bibliothecaris der Koninklijke Boekerij te 's Gravenhage; Ch. Rahlenbeck, te Brussel; Prof. J. G. de Hoop Scheffer, te Amsterdam; A. Boghaert-Vaché, te Brussel; Leop. Devillers, provincialen archivaris te Bergen; Victor Vander Haeghen, stadsarchivaris te Gent; H. Lonchay, leeraar aan het koninklijk athenæum te Brussel; L. Gilliodts-van Severen, stadsarchivaris te Brugge; P. Macquest, stadsarchivaris te Doornik; Edw. Van Even, stadsarchivaris te Leuven; P. Vanden Bemden, gepensioneerden kapitein te Gent; Leop. Delisle, bestuurder der Nationale Bibliotheek te Parijs; en mijnen altoos dienstwilligen ambtgenoot Prof. H. Pirenne, te Gent.

Gedurende vijf jaren hebben eenige Gentsche studenten mij in onze gemeenschappelijke opzoekingen even wakker ter zijde gestaan als vroeger mijne leerlingen der Luiksche Hoogeschool (1). Hunne namen laat ik verder volgen als eene herinnering aan onze steeds aangename samenwerking. Alleen moet ik hier bijzonder onder hen de heeren J. J. Mulder en Fr. Vanden Weghe vermelden, die voor mij veel afschriften hebben vervaardigd; den heer W. Duflou, die een goed deel zijner zomervacantie van 1887 heeft opgeofferd om dagelijks met mij te werken; en vooral den heer Julius Frederichs, die mij sedert twee jaren onafgebroken in het voltooien van dezen eersten bundel heeft geholpen.

Ongeveer 450 stukken zijn hier nu bijeen en naar tijdsorde gerangschikt, te beginnen met een stuk van 1025, het oudste dat wij over de kettervervolging in de Nederlanden hebben aangetroffen.

(1) Men zie de twee bundels van mijne Travaux du cours pratique d'histoire nationale de l'Université de Liège. Dissertations sur l'histoire des Pays-Bas au XVIe sciècle (1883 en 1884).

« AnteriorContinuar »