Imágenes de páginas
PDF
EPUB

gedruckt. Gegeven int jaer ons Heeren alsmen schreef 1618 op den derden dach Novembris. A. Noydens. (1)

Die som van 8,900 gulden die, naar de geldwaarde van den tijd, heden ten minste vervijftiendubbeld zou moeten worden, was, naar luid van eene aanteekening op den rand dier akte, verdeeld als volgt: de landen werden geschat op 6,785 gulden, de bosschen en boomen op 1,515 gulden, en de "huisinge, schuere, stallinghe, koye" enz. op 600 gulden. Het "huis van plaisantiën“ moet dus nog van geene groote weerde geweest zijn noch veel uiterlijk hebben gehad. Mogelijk echter had het tijdens de oorlogen, die in de eerste helt dier eeuw onze streken herhaaldelijk en ten zeerste teisterden, veel geleden.

Slechts in 1630 gingen de de la Flie's uit onverdeeldheid van goederen.

In gevolge dier scheiding verkocht, op den 17o Mei van dat jaar, “Joffe Marie de la Flie, begyne op den begynhove te Antwerpen, . . . aen Jan de la Flie, coopman drooguist, haeren broeder, 't vieredeel ende al heur recht, paert, actie ende contingent . . . zooals dat vierendeel haer . . . toecomen, bleven ende verstorven was bij doode van wylen Pieter de la Flie, haeren vader saeliger, die de voors. geheele hoeve metten toebehoorten vercreghen" had "in verscheydene partyen . . . ende daeraf de voors. coopere een gelycken vierde paert, by doode als voren, van te vooren toebehoorde. (2)

Op gelijke wijze, 't is te zeggen, bij “verkooping“, scheidden, op 27 September 1533, Jouffr Margriete de la Flie, Peeters dochtere wylen, daer moeder aff was

(1) Schepenregisters van Schooten, 1613-1625, fol. 50 vo. (2) Oorspronkelijke porkonde in het archief der familie van Praet, te Schooten.

Jouffre Maria Heemssen, met Martin Johanssen de Bisthoven, coopman ende oudt-almoessenier deser stadt (Antwerpen), hueren wettigen man, ende Jouffre Anna Meys, Gabriels dochter wylen, daer moeder aff was Jouffre Catharina de la Flie, des voors. Jouffre Margriete suster was, met Mr Robbrecht Smidts, oudtschepene deser stadt, haeren wettigen man“. Deze verkochten insgelijks aan "Jan de la Flie, coopman drooguist, hunnen brueder, ende om respectieve de helft ende allen hen . . . recht, paert, actie ende gedeelte... zooals hen dat verstorven was van wylen den voorschreven Peeter de la Flie, hennen vader ende grootvader respectieve was.“ (1)

't Goed "Ten Wijngaard" had toen "metten huysinghe, schure, stalle, schaepscoye, boomgaerde, hove, lande, bempde, weyde, heyde, bossche, gronde ende allen den toebehoorten", eene uitgestrektheid, onder of boven, van vijf en twintig bunder, en was dus nagenoeg onveranderd gebleven sinds 19 Juni 1610, toen Anna de Rapallo het verkocht. Enkel waren er twee stukjes land bijgekomen een, gelegen nevens "den Peeracker" en een onder Merxem, die Peeter de la Flie gekocht had, 't eerste op 28 Januari 1611 en 't ander op 1 Augusti 1612. (2)

JAN DE LA FLIE, de nieuwe eigenaar van "Ten Wijngaard“, werd geboren te Antwerpen op 11 Juni 1595, en was, zooals uit bovengemelde oorkonden blijkt, aldaar "coopman drooguist".

Hij trad op 24 November 1629 in den echt met Maria Moerentorf (alias Moretus), dochter van Jan Moerentorf en Maria de Sweert, en overleed aan eene geraaktheid op 27 December 1661. Te Antwerpen erfde hij uit de

(1) Ibid. (2) Ibid.

nalatenschap zijns schoonvaders, die een kleinzoon was,

langs moeders zijde, van den beroemden Antwerpschen boekdrukker Christoffel Plantyn, in de Cammerstraat, het huis Den Gulden Passer, waar deze eertijds zijne drukkerij en zijnen vermaarden boekwinkel had gehad. (1) Zijne gade, Maria Moerentorf, die insgelijks in de Scheldestad was geboren en aldaar in O. L. V. kerk werd gedoopt op 13 December 1612, schonk hem twee kinderen:

10 Jan de la Flie, die aanstonds volgt, en

2o Balthasar de la Flie, die gedoopt werd op 4 Juni 1636, priester werd in 1662 en op 10 April 1669 verheven tot kanunnik in 't kapittel van. H. Gaugericus te Kamerijk. (2)

JAN DE LA FLIE, tweede van dien naam, was een der beroemste Antwerpenaars van zijnen tijd. Hij zag het licht te Antwerpen en werd gedoopt in de kerk van O. L. V. aldaar op 11 October 1633. Zijne studiën deed hij aan de Hoogeschool van Leuven en won daar den graad van licenciaat in de beide rechten. Ten jare 1656 ondernam hij met zijnen neef, Peeter van Bisthoven, en Jan-Baptist Lunden, eene reis naar 't H. Land, die aanvang nam op den 28n Meert van dat jaar en waarvan zij wederkwamen in 1658, na beurtelings Duitschland, Hongarië, Griekenland, Palestina, Egypte, Tunisië, Italië en

(1) Geslachtsboom der familie Moretus-Plantyn, 200. (2) Ibid, 201,

[graphic]

Frankrijk doorloopen te hebben. Een omstandig verhaal van die reis, zeer zindelijk geschreven en nagenoeg 270 bladzijden groot in-quarto bevattend heden de eigendom der familie Legrelle is het werk van zijne hand. (1) Ter gelegenheid dier reis verwierf hij den titel van Ridder van Jerusalem. Ruim anderhalf jaar nadien, op 18 Februari 1860, trad hij in den echt met Maria Bosschaert, gedoopt in dezelfde kerk als hij op 2 Juni 1640 en dochter van Wouter Bosschaert en dezes tweede gade, Maria de Groot. Op 1 Mei 1666 werd hij schepen zijner geboortestad en vervulde dat ambt tot 1 Augusti 1668 wanneer hij tot tresorier of rentmeester aldaar werd gekozen, betrekking die hij verscheidene jaren waarnam. Hij overleed op 28 Juli 1692, nog geen 60 jaar oud zijnde, en werd te Antwerpen in S. Jacobs begraven. (2)

Gemelde Jan de la Flie erfde, na de dood zijns vaders het goed "Ten Wijngaard“ en verhief de leenen ervan, behoorend aan de abdij van Villers, op 8 December 1662. De volgende kwijtbrief leert wat hij daarvoor betaalde :

Ick onderschreve bekenne ontfangen te hebben vuyt handen van Mynheer de la Flie de somme van acht ende vyftigh gulden ende twee stuyvers ende dat voor het verhef van eenen vollen leen van syn speelhuys ende erve, groot 3 1/2 bunderen, geheeten de hoeve onder den Wyngaert; ditto noch een ende twintich guldens eens ende een stuyver met de cleyne rechten, ende dat voor noch een bunder, genompt den Peeracker. . . Micheel Daelman, stadthouder des abts van Villers. (3)

Zijn verhef der leenen van den heer van Schooten missen wij.

Zeventien jaar nadien, op 12 October 1679, kocht hij

(1) Jos STAES, Antwerpsche reizigers, 137.

(2) Geslachtsboom der familie Moretus-Plantyn, 203.
(3) Archief der familie Ullens van Schooten, te Schooten,

ook van Jonkheer Pedro Jacomo Van Schuylen het naburige "Wilgendaal", dat alhoewel het nog niet onmiddellijk met “Ten Wijngaard" werd versmolten, evenwel sinds immer in de handen bleef van den eigenaar of de eigenaars van dit. Wat

Wilgendaal

toen was en waaruit het bestond leert de volgende goedenisakte, op gezeiden dag verleden voor schepenen van Schooten en waardoor Jan de la Flie er in 't bezit van werd gesteld.

Wy, Frans Hechts, schouteth, Jan van den Heuvel ende Peeter Fyen, schepenen, Philips Hamelincx ende Geert Besseleers, mannen van leene der heerelyckheydt van Schooten, maken condt dat voor ons quam Mr Andries Frans vander Donck, notaris tot Antwerpen, tot hetgene nabeschreven gemachticht by procuratie van Jor Pr. Jacomo van Schuylen, heere van Wesenbeke, Ophem etc. . . . in welcke qualiteit . . . die vercocht heeft ende vercoopt mits desen d'heer Jan de la Flie, oudt-schepene ende oudt-tresorier generael der stadt Antwerpen, eene hoeve, genaempt Willegendaele, gelegen in de beyde heerelyckheden van Schooten, wesende een speelhuys, omwaetert, met eenen berch, boomgaerde, lanthuyse, schuere ende stallinghe, seer wel beplant, wesende groot in alles 27 bunderen 304 roeden, ende twelff voeten ende half, . . . in diversche parcheelen van lande, weyden, bosschen ende heyden, meest aen elkander gelegen, daeraff twintich bunderen syn leengoederen, te weten elff onder den heere van Schooten ende negen bunderen onder mynheer den prelaet van Villers, onder elcken heere respectivelyck een volle leen van acht bunderen, wesende de reste cuusleenen ende chynsgoederen, soo ende in sulcke manieren ende met sulcke servituten ende gerechticheden als syns comparants constituant deselve hoeve ende lande syn competerende, soo vuyt crachte van reciproque testamente van wylen d'heer Jan de Cachiopin ende Jouffe Magdalene de Lange, syns moederlycke grootvader ende grootmoeder waeren . . . in date 19 Meert 1627, alsmede vuyt crachte

« AnteriorContinuar »