Imágenes de páginas
PDF
EPUB
[subsumed][subsumed][subsumed][merged small][graphic][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed]

INLEIDING.

Hetgeen ik ga ondernemen, het uitgeven van een breed excerpt uit de Annalen van Frans Van Dusseldorp, kan een daad van overmoed schijnen. De auteur had het al of niet uitgeven van zijn werk aan het oordeel en de beslissing zijner kerk overgelaten; „privatus vero manus abstineat, si me accusatorem et Deum vindicem nolit," voegde hij er nadrukkelijk bij 1). En ik, niet slechts een privatus maar een haereticus bovendien, verstout mij een keus te doen uit zijn al te lijvig handschrift (dat door de ongunst der tijden in handen zijner vijanden gevallen was) en hetgeen er mij in voorkomt niet alleen voor de kerk maar voor de geleerde wereld in het gemeen van belang te zijn, op eigen gezag in druk te geven.

Ik kan echter tot verontschuldiging van mijn stout bestaan op het voorbeeld wijzen van meer dan één roomsch geestelijke, die gedeelten, welke hem bij uitstek belangrijk schenen, afzonderlijk het licht heeft doen zien. Het verhaal van den marteldood van Musius is reeds in 1854 in Wensing's Kerkel. Nederl. Jaarboek wereldkundig gemaakt, en sedert heeft de zeer eerwaarde heer J. H. Hofman, pastoor te Schalkwijk, in de Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem, meerdere groote en kleine fragmenten afgedrukt. Om niet te spreken van J. J. Dodt van Flensburg, een ketter zooals ik, die in het Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiede

1) p. 479 dezer uitgaaf.

367033

nissen hetzelfde heeft gedaan. Genoeg, dat uit het gedrag mijner geestelijke voorgangers mag worden afgeleid, dat ook naar hun oordeel het verbod van den auteur verjaard en zijn vloek niet langer te vreezen is.

Buitendien mijn bedoeling met de uitgaaf is waarlijk geen misdadige, geen die de schrijver, leefde hij nog, zou mogen wraken. Ik verlang dat ook zijn getuigenis en zijn beoordeeling gehoord zullen worden tegenover die van zoo vele zijner tegenstanders, opdat uit de tegenstrijdige voorstellingen en meeningeen de waarheid hoe langer zoo meer gelouterd aan den dag kome, en een ieder, die in het groote drama onzer zestiende eeuw een rol van beteekenis heeft vervuld, eer of schande wegdrage naar hij verdient. De geschiedenis van een zoo hevigen burgertwist en worstelstrijd, als toen in onze Nederlanden in kerk en staat plaats greep, kan mijns inziens niet goed gekend en niet billijk beoordeeld worden, zoo men haar niet uit het oogpunt van elk der aan den strijd deelnemende partijen met onbevangen blik en welwillende aandacht heeft gade geslagen; en mij is geen geschrift bekend, waarin het gevoelen en de hartstocht der uiterste fractie van de overwonnen partij zich zoo onbewimpeld uitdrukken als in de tot nu toe ongedrukt gebleven Annalen van Frans Van Dusseldorp. De roomsche geschiedschrijvers, wier werken gedrukt en algemeen bekend zijn, ik noem Van der Haer en Burgundus als de beste, bepalen zich meestal tot den aanvang van den strijd, en zijn, waarop het hier vooral aankomt, met Dusseldorp vergeleken in hun wijze van denken en voorstellen gematigd, en althans van de bovenmatige strengheid der Spaansche regeering, met name van den hertog van Alva, afkeerig. Dusseldorp is een der weinigen, die zich integendeel daar onvoorwaardelijk vóór verklaart, en het betreurt dat het stelsel van Alva niet vroeger ingevoerd en niet langer volgehouden is. Niet aan de strengheid, integendeel aan de toegeeflijkheid der regeering wijt hij de ellende, waarin hij zijn vaderland gedompeld ziet. Met de ketters, die uit hun aard rebellen tevens zijn en, als zij de overhand nemen, kerk en staat overheerschen en aan hun moedwil onderwerpen, is maar ééne handelwijs

« AnteriorContinuar »