Imágenes de páginas
PDF
EPUB

20 Juni 1295.

Universis presentes litteras inspecturis Egidius de Gheebruc salutem in Domino sempiternam. Noveritis quod nos capellaniam de Hockensele Inferiori, a nostris predecessoribus fundatam et ad nostram collationem seu presentationem spectantem, discreto viro, domino Johanni, dicto de Crainem, exhibitori presentium, pure propter Deum contulimus et conferimus canonice possidendam. In cuius rei testimonium sigillum nostrum presentibus litteris duximus apponendum. Datum anno Domini Mo CC XCV0 feria secunda ante festum beati Johannis Baptiste.

Oud Cart. 79.

419.

Vidimus, gegeven door Gillis van Wyneghem, deken, en Raas Berthout, cantor van 't kapittel van O. L. V. kerk te Antwerpen, van de oorkonde waardoor Zimarus, schout van Antwerpen, de grenzen van Merxplas en de omliggende parochiën daarstelt.

6 November 1295.

Universis presentes litteras inspecturis, nos, Egidius de Winegheem, decanus ecclesie beate Marie Antwerpiensis, et Razo Bertaut, dicte ecclesie cantor, salutem in Domino. Noveritis nos litteras Zimari, quondam sculteti Antwerpiensis, non cancellatas.... (zooals in alle andere vidimus).... Datum anno Domini Mo CCo XCV0 dominica infra octavam Omnium Sanctorum.

Oud Cart. 116.
420.

Paus Bonifacius VIII gelast den cantor van O. L. V. kerk te Antwerpen te zorgen dat de abdij van S. Michiels terug in 't bezit kome der goederen, haar onwederrechtelijk op eene of andere wijze ontnomen.

28 December 1295.

Bonifacius, episcopus, servus servorum Dei, dilecto filio,

cantori ecclesie Antwerpiensis, Cameracensis diecesis, salutem et apostolicam benedictionem. Dilectorum filiorum, abbatis et conventus monasterii sancti Michaelis Antwerpiensis, Premonstratensis ordinis, Cameracensis diecesis, precibus inclinati, presentium tibi auctoritate mandamus quatenus ea que de bonis ipsius monasterii alienata inveneris illicite vel distracta ad ius et proprietatem eiusdem monasterii legitime revocare procures, contradictores per censuram ecclesiasticam, appellatione postposita, compescendo. Testes autem qui fuerunt nominati, si se gratia, odio vel timore subtraxerint, censura simili, appellatione cessante, compellas veritati testimonium perhibere, proviso ne aliquis extra suam civitatem et diecesim auctoritate presentium iudicium evocetur nec procedatur in aliquo contra eum. Datum Rome apud sanctum Petrum decimo quinto kalendas Januarii pontificatus nostri anno seciindo.

Nieuw Cart., I, 202 ro.

421.

Daniel van Bouchout, seneschalk van Brabant, meldt dat de abdij van S. Michiels de rechten die zij te Merxplas bezat, in vrede moet blijven bezitten in 't toekomende.

8 Januari 1296.

Universis presentes litteras visuris Daniel de Bouchout, senescalcus Brabantie, salutem cum notitia veritatis. Noveritis quod nobis placet de nostra que precedit licentia et voluntate quod persone religiose, videlicet dominus abbas et conventus beati Michaelis, iuxta Antwerpiam, ordinis Premonstratenis, seu eorum officiatus, quemcumque ad hoc destinaverint et voluerint ordinare apud villam de Merxblaes, omni iure suo tam monendi scabinos quam sententiam faciendi per eosdem, omni alio iure suo sicut hactenus freti sunt, ulterius pacifice gaudeant et fruantur presentium testimonio litterarum nostro sigillo sigillatarum. Datum anno Domini Mo CCo XCV dominica post Epiphaniam Domini.

Oud Cart. 102.

NAAMROLLEN

der dekens, kanunniken, plebaans,

van St Pieterskapittel te Turnhout, alsmede der pastoors van het Begijnhof, Gasthuis en van de parochie Oud-Turnhout, aldaar.

In onze opzoekingen in het archief der St Pieterskerk te Turnhout, troffen wij een register aan, welken wij, na een kort overzicht, van het grootste aanbelang voor de geestelijke en burgerlijke geschiedenis der aloude Vrijheid beoordeelden. Dit handschrift was op den rug getiteld: Series decan., can., pleb., poss. capell. vic. in vet. tur. etc., etc., en beschreef, in het latijn, den levenshandel en wandel van al de dekens, de kanunniken, de plebaans, die ooit aan het St Pieterskapittel van Turnhout toebehoorden, alsmede van al de andere geestelijken, die in betrek met het Kapittel stonden, zooals de rectoren van St Nicolaas, de pastoors van het Begijnhof, van het Gasthuis en van de St Bavokerk der parochie OudTurnhout. De schrijvers hadden geput aan de zuivèrste bronnen der geschiedenis, namelijk de archieven van het Kapittel en van de priorij van Corsendonk.

Het gewicht dezer Naamrollen spruit voort, niet alleen uit de opsomming der titelvoerders, maar vooral uit de levensbeschrijving der talrijke dekens, kanunniken, plebaans en kapelaans, waar misschien menige familie een lid in zal ontdekken, en de aanhalingen der gebeurtenissen en stichtingen, die plaats grepen ten tijde van elken genoemde. Meestendeels voorzeker zijn het feiten uit de handelingen van het Kapittel, waarom ze dan ook als eene kostelijke bijdrage voor dezes geschiedenis gelden. Soms ook verhalen ze daadzaken uit de geschiedenis der Vrijheid of dezer gestichten, tot wier opheldering ze alzoo veel licht bijbrengen.

Van even veel belang zijn deze Naamrollen voor de kerk van St Pieter zelve, waarvan ze de meubelen aanduiden, die elk genoemde aanschafte, of de veranderingen beschrijven, welke hij aan het kerkgebouw toebracht.

Daaruit blijkt dus duidelijk, dat deze Naamrollen niet eene droge opsomming zijn van namen, doch, gelijk het woord zelf het zoo goed laat beteekenen, een verhaal van de rol, welke elk persoon speelde in de kerkelijke en burgerlijke geschiedenis der stad Turnhout.

In den register zijn deze Naamrollen verdeeld als volgt : 1o Lijst der dekens, bl. 1-27; 20 Lijst der kanunniken van elke kanunniksdij, (13 reeksen), bl. 45-218; 3o Lijst der bezitters van de kapelrijen St Nicolaas, 't Begijnhof, 't Gasthuis (HH. Joannes Baptista en Eligius) en OudTurnhout, bl. 224-268.

Nu komt de vraag, wie is de opsteller van deze Naamrollen?

Met zekerheid kunnen wij zeggen dat de register begonnen is door den deken Karel Gevaerts in het jaar 1639, zooals het opschrift luidt. Deze was een der beroemdste dekens van het Kapittel in de jaren 1632-1646. Hij heeft het eerste deel opgesteld tot aan den deken Ivo Hovelius, zijnen onmiddellijken voorzaat (1611-1632). Na hem zou het de deken H. J. van Cantelbeke zijn (1700-1726) die de volgende reeks aanvulde, zoo wij aan zijnen naam lezen : “qui huc usque catalogum prosecutus". Zij is van dezelfde hand geschreven, te beginnen van de naamrol van K. Gevaerts tot aan H. J. van Cantelbeke, van wien alleen de naam is aangeduid, dus van 1632 tot 1700. Nadien is het waarschijnlijk de deken C. L. De La Rue (1726-1744), dewelke de levensbeschrijving vervaardigde van zijnen voorganger. Maar deze werkzame en geleerde opperherder bepaalde zich niet alleen bij deze nota's, hij doorpluisde ook al de archieven en werd de opsteller der Naamrollen van al de kanunniken,

plebaans, pastoors, welke na de lijst der dekens worden beschreven. Zonder uitdrukkelijke zekerheid, steunen wij nochtans onze bewering op eenen volzin uit de levensbeschrijving van deken H. J. van Cantelbeke, waarin C. L. De La Rue zegt prætulit et contulit successoribus decanis domum suam, quam ego C. L. De La Rue non acceptavi. Dit geschrift is hetzelfde als dat van al de naamrollen der kanunniken enz. Daarbij nog deze zijn alle van dezelfde hand en op dezelfde manier geschreven, beginnen in de tweede helft der XVIe eeuw en gaan tot aan het bestuur van C. L. De La Rue. Het opstel ervan is waarschijnlijk aangevangen ongeveer het jaar 1726. Na dezen deken worden de Naamrollen minder omstandig, zoo in de lijst der dekens, als in die der kanunniken. Het is misschien de deken F. J. Van der Sloten (1790-1798), of de pastoor J. J. J. Moons (18141832) welke de lijsten heeft voortgezet. Na F. J. Van der Sloten heeft J. J. J. Moons zonder twijfel veel aangevuld, vooral aan sterf- en benoemingsdatums tot rond het jaar 1820. Al deze schrijvers waren priesters van groote geleerdheid en vurige opzoekers der oudheid. Zij verdienen ons volle vertrouwen. De lezer, die hunne levensbeschrijving nader wil kennen, raadplege de hier volgende Naamrollen of onze Geschiedenis van Turnhout.

De vorm van den register handschrift is een klein in-folio (33 op 40 cm.) op oud Hollandsch papier geschreven.

Tot duidelijkere opheldering van de gebeurtenissen, dewelke in de Naamrollen voorkomen, verwijzen wij naar de volgende gedrukte werken: J. E. JANSEN. Turnhout in het verleden en het heden. Turnhout J. Splichal, 1905; 2 boekd. in 8°, en 1 boekd. Bewijsstukken. J. E. JANSEN. Het Kapittel van St Pieterskerk te Turnhout en zijne Statuten van het jaar 1634, in: Annales de l'Académie royale d'archéologie de Belgique, 1914; —

[ocr errors]
« AnteriorContinuar »