Imágenes de páginas
PDF
EPUB

Niet alleen wordt het bestaan van een markt duidelijk bewezen, maar de verplichting van visschen en vogels ter markt te brengen, alvorens ze te mogen verkoopen, toont ons nog eens de de noodzakelijkheid van de veelvuldige marktdagen. Ook vreemdelingen worden tot die markt toegelaten, want anders was het recht van voorkoop, dat de inwoners genoten, niet uit te leggen (2).

Om onze onderstelling, dat het onderhavig recht mogelijk te Lummen gevolgd geweest is, te rechtvaardigen, gewagen we even van de rechterlijke instellingen. In de binnenkuip van Lummen waren bijna dezelfde gewoonten als te Diest in zwang, en, voor de vonnissen door de schepenen alhier uitgesproken, kwam men te Diest in beroep.

Deze inrichting schijnt wat buitengewoon (3). Lummen was loonsch en brabantsch grondgebied tegelijk; de eigendommen van verschillenden aard kruisten elkaar in een niet-te-ontwarren net, zoodat men er niet in geslaagd is aan de inwoners een bepaalde nationaliteit toe te kennen. Men vond zich dus verplicht zijn toevlucht tot een hybridisch recht te nemen de hertog van Brabant stelde in de binnenkuip een meier en twee schepenen aan; de graaf van Arenberg, een meier en vijf schepenen. Voor vonnissen, geveld door dat hof, kon men noch in Brabant noch in Loon in beroep komen of onderricht

(1) Zie K. BÜCHER, Etudes d'Histoire et d'économie politique, traduites par A. Hansay, bl. 87. Brussel-Parijs, 1901.

(2) De heerlijkheid Lummen, uit Lummen, Linckhout, Schuelen, Reckhoven en meer gehuchten bestaande, hing tevens van den hertog van Brabant en den graaf van Arenberg af. Het eene grondgebied was brabantsch en door een brabantsch schepenhof bestierd; het andere was loonsch en door eene door-den-graafsamengestelde schepenbank beheerd. De binnenbank hoorde aan beide heeren toe.

vragen (1). Om tot een oplossing te geraken, wendde men zich tot het schepenhof van Diest, in welke stad men dezelfde gewoonten aantrof.

Ende sijn alle saeken van tijde tot tijde, zoo luidt het costuimenboek, in materie van appel, geweesen volgens de rechten en costuimen van Diest, DE WELKE TOT LUMMEN ONDER DIE BINNENBANCKE OOCK BEHOOREN GEOBSERVEERT TE WORDEN, uijtwijsens d'oude registers en documenten der stadt van Diest; ende sijn ter secretarije van Diest, in d'aude buijtenrollen, verscheyde partijen en processen te vinden, de welcke van daer, in materie van appel, sijn overgebracht geworden (2).

Meer afdoend nog, is het uittreksel van een andere verzameling van costuimen welcke vrijheijt in alle rechten ende costuijmen over een kompt met die van Diest, emmers behoirt haer daer naer te conformeren (3).

De oorsprong van het gebruik, te Diest in beroep te komen, is onbekend gebleven. De advokaat Neven zegt ons dat het niet kan voorkomen quam vel ex conventione vel ex tacito populi consensu (4).

Mogen wij, uit de overeenkomst van de rechten in zwang in die twee plaatsen, het gevolg trekken dat ook

(1) Deze toestand komt ons eigenaardig voor, aangezien men de inwoners beoordeelde naar het brabantsch of het loonsch recht, volgens zij zich als brabantsche of loonsche ingezetenen hadden laten opschrijven. Het hangen van den haal in de keuken of in de zaal kenmerkte over 't geheel de nationaliteit. Zie CRAHAY, O. C., Bd. II, bl. 544, no 2.

(2) Zie C. CASIER, Coutumes du pays et duché de Brabant, quartiers de Louvain et de Tirlemont, bl. 438, ao 20 en no 5. Brussel 1874.

(3) Staatsarchief te Hasselt, Fonds Lummen, bundel 1, letter d. (4) Eodem, bundel 3, 1. g. Tripliek van den H. advocaet Neven approximant ende aenleggere tegen meester Peter Aert, gedaegde.

het marktrecht hetzelfde was? Ware de volkomen juistheid van hoogere verklaringen niet te betwijfelen, dan zouden we graag met dit besluit instemmen. Eene andere verordening, betreffende den handel te Lummen, tuigt nog eens voor deze gelijkenis: Dat brauwers, tappers, backers, cooplieden en cremers sullen een iegelijcken het sijne ende behoorlijcke mate geven, naer den alden heircomen, uitleveren ende ontfangen ende vercoopen met die goede ende gewigte als binnen der stadt Diest (1).

Het is nochtans moeilijk te beseffen dat de gewoonten van localiteiten, twee mijlen van een af liggend, zoo treffend op elkaar geleken. Wat hier van zij, het is buiten kijf dat de Copije uut het keurboek der stadt Diest in Lummen in gebruik geweest is. Heeft de magistraat zich de moeite niet getroost die rechten te Lummen toe te passen, dan is dit enkel te wijten aan het geringe belang van de markt.

Uit de overeenkomst van de rechten te Diest en te Lummen, het bestaan van een markt in deze laatste localiteit, het verwaarloozen van den magistraat een speciaal reglement op te maken, leiden we de gevolgtrekking af, dat dit stuk niet alleen bijdraagt tot de kennis van de economische geschiedenis van Diest, maar dat het ook voor die van Lummen, waar geen ander soortelijk recht gekend is, als eene bron, waar men met omzichtigheid uit put, mag dienen.

[ocr errors]

(1) CRAHAY, o. c., bd. II, bl. 548, a. 3. Alhoewel de uitgegeven costuimboeken niet veel analogie met elkander vertoonen, kunnen we daar geen ernstige gevolgtrekking uit opmaken, aangezien het éene, de gewoonten van eene stad, het andere, die van een landelijke gemeente verordenen.

Copije uut den keurboeck der stadt Diest.

DIE KEUREN VAN VISCH ENDE VLEESCH.

1. Item, die gesworen sullen waerderen ende calengeren allen goet ter merckt comende, het sij visch offt vleesch, daert hun aff van noode sal duncken wesende ende behoorende, op die penen daer op geset.

2. Item, die gesworen sullen mogen oorloff geven ende verbieden van vissche ende van vleesch, alsoo alst ghewoonelijck is geweest, naer haeren goetduncken.

3. Item, wie buijten ende tegen den oorloff ende calengieringe der gesworen dede, soude gelden ... c scellinghen ende voorts beteren naer goetduncken der schepenen.

4. Item, soo wat vleessch offt vissche, dat men waerderen sal, sal te misse tijde offt ten IXen uren ter vijnten ende te merckte sijn, opte pene van

5. Zie Stallaert, bl. 4, a. 5.

XX S.

[blocks in formation]

ende den eenen hoop van drij voort deijlen in tween ende voort elcken sijn gerieff vercoopen alsoot gewoonelijk is, opte selve pene van

XX SC.

15. Item, nyemant en sal oijenvleesch achter sinte Cate

linen dach slaen om te vercoopen, sonder consent voors.,

[blocks in formation]

...

23. Zie Stallaert,

24.

van

id,

bl. 2, a. 7 en 8.

bl. 2, a. 9. (Tekst van het handschr. B.)

bl. 2, a. 10. (Tekst van het handschr. B.)
men wel sieden opte pene van V SC.
bl. 3, a. 11.

bl. 49, a. 180.

dat en waere eerst opgecocht offt vercocht, opte pene

25. Zie Stallaert, bl. 49, a. 184.

XXX SC.

[blocks in formation]

VAN ALDERHANDE WILTBRAEDE

29. Zie Stallaert, bl. 5, a. 1.

ende alle wiltbraet voors. ongebast, onghescheut offt metter pluymen, sal men vercoopen offt ter coopen houden opten muer vanden kerckhove van Sinte Plissis, ende nergers elders, opte pene van iii roijale (1).

30. Item, die tamme entvogele en salmen nyet te coope brengen, sij en hebben dat meestendeel van haeren oppersten beck affgesneden, op die pene van

V SC.

(1) Zie STALLAERT, o. c., bl. 49, a. 185. Zijn tekst heeft «ouwen vleesch».

(2) Volgt daar op: «dit punct is naemaels verclaert ad tale signum»> Dit teeken wijst naar het a. 34,

« AnteriorContinuar »