Imágenes de páginas
PDF
EPUB

De nieuwe kerk van Ste Mariaburg, die een waar prachtgebouw is, in zuiveren stijl werd aangelegd en den bouwmeester, Fl. Verbraecken, evenals de stichters, alleszins eer aandoet, was af rond het midden der maand October 1911 en werd den 26n der zelfde maand ingezegend door den zeer eerw. heer J. A. Adriaensen, pastoor-deken van Eekeren.

Denzelfden dag, na de inzegening der kerk, wijdde de heer deken ook twee nieuwe klokken, gegoten bij den heer Oscar Michaux te Leuven. De eerste derzelve, in soltoon, weegt 729 kilo en draagt tot opschrift:

Ik loof God en vereer St Antonius.

De echtgenooten Antonius Van den Weyngaert en Maria Theresia Aernouts zijn mijn peter en meter. O. Michaux goot mij te Leuven Ao MCMXI

De tweede is in fa, weegt 927 kilo en is versierd met het volgend opschrift:

Maria Vocor. Ant. et M. Th. Van den Weyngaert-Aernouts, conjuges, susceptores devoti, me f. f. Lovanii.

NoVa sUrgente eCCLesla noVa VoCe eXULtans

Christl serVatorIs eXCeLsos oCCIno trIUMphos.

's Zondags daaropvolgend, zijnde de 19 October, na de hoogmis, werd het Allerheiligste Sacrament, in plechtige processie, vergezeld door gansch de parochie, overgedragen van de oude naar de nieuwe kerk en in deze, na het zingen van eenen lofzang ter eere van O. L. V., het dankgebed Te Deum en Tantum ergo, de eerste maal de Benedictie gegeven.

Des anderendaags, op 30 October, werd er insgelijks de eerste maal het H. Misoffer in opgedragen door den pastoor der parochie, den E. H. Van Rosendaal.

De nieuwe kerk, die, wij herhalen het, alleszins lief is, zelfs vleiend het oog streelt, zoowel aan de binnen- als aan de buitenzijde het eenige wat er naar onze meening aan ontbreekt, is dat haar middenbeuk te smal is alhoewel nog pas aan den gang, is reeds met verscheidene uitstekende sieraden opgesmukt.

De eerste derzelve in ouderdom zijn de drij geschilderde ramen achter het altaar, op het hooge koor. Zij werden ge

plaatst nog voor de kerk geheel af was, verbeelden de Vijftien Geheimen van den H. Rozenkrans, zijn giften van den heer A. H. Van den Weyngaert en werden gemaakt in de werkhuizen der heeren Hochreiter en Geyer te Antwerpen.

Daarna volgde de hruisweg, een meesterstuk van den grooten beeldhouwer uit Antwerpen, den heer Frans De Vriendt. Hij is eene gift van de parochianen en werd met bijzondere toelating gewijd door den pastoor der parochie op Allerzielendag 1912.

Het jaar nadien kwamen twee nieuwe allerprachtigste beelden, het H. Hert en den H. Joseph voorstellend, de intrede van het hooge koor optooien. Beide zijn het werk van den gekenden Antwerpschen kunstenaar, Jan Gerrits en werden door de pastoor plechtig gewijd op paaschdag 1913.

Vleiend ook verrast de nieuwe Communiebank, op O. L. V. Hemelvaart van 't zelfde jaar ingehuldigd. Deze, vervaardigd naar de teekeningen van Pieter Peeters uit Antwerpen en uitgevoerd in de werkhuizen van J. Wilmotte te Luik, is in gemarteld koper en versierd met zes emailplaten. De laatste verbeelden, links, 10 den boom des levens in het aardsch paradijs, 20 het manna, 3o den pelikaan en rechts 10 het lam Gods, 20 het offer van Melchisedech en 3o de tafel der tombrooden voor de ark des verbonds.

Ten slotte op den feestdag van Kerstmis 1913 werd plechtig ingehuldigd het altaar in den linkerbeuk, toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van Gedurigen Bijstand en opgericht ter zaliger gedachtenis van Maria Theresia Aernouts, de waarde gade van den stichter der parochie, welke het jaar tevoren, op 10 Februari 1912, het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Dat altaar, al even kunstrijk als al het overige, is het werk van eenen kunstenaar uit de Arteveldestad, te weten, den heer Mathias Zens. Het is een retabel, gewrocht uit Larryssteen, en verbeeldt twee gebeurtenissen uit de geschiedenis van O. L. V. van Gedurigen Bijstand: op het luik, aan de zijde van het Evangelie: De storm op zee bedaard door het aanroepen van O. L. V. van Gedurigen Bijstand, tijdens het overdragen der schilderij van het eiland Creta naar Rome in de XVe eeuw, en op het luik aan den kant van het Epistel:

De genezing van een lam meisje bij de plechtige processie met de schilderij te Rome, ten jare 1866.

Dat is voor wat nu reeds bestaat. Het schijnt evenwel dat de naaste toekomst niet voor het verledene zal moeten onderdoen. Althans op 't oogenblik alreeds werkt men in de werkhuizen van de heeren Hochreiter en Geyer aan twee nieuwe geschilderde ramen, eene bestemd voor het venster boven het altaar van O. L. V., het visioen van Sint Jan (Apoc. XII. 1-9) verbeeldend, en een voor 't venster boven het altaar van S. Antonius, de verheerlijking van dien heilige voorstellend; en in die van den heer Mathias Zens, te Gent, aan twee biechtstoelen, eenen predikstoel in echaillonmarber, met medaillons in Carrerasteen, verbeeldende den Heiland en de vier roomsche kerkleeraars; vier andere in Tercésteen, de vier Evangelisten voorstellend en te plaatsen op de vier zuilen van het transept, en een zijaltaar in Larrijssteen ter eere van den H. Antonius, in den linkerbeuk.

Men ziet het dat het te Sinte-Mariaburg aan geen geld ontbreekt en de stichters hoegenaamd geen ongelijk hadden hunne zaken onder de hoede en den gedurigen bijstand van O. L. V. te stellen.

Edoch, de stichters van Sinte-Mariaburg waren niet tevreden met de oprichting van ééne parochie! In den loop van 1911 bouwden zij op het uiteinde van hunne uitgestrekte eigendommen, nabij de Kaart te Brasschaat, eene tweede groote en ruime kapel en doopten de plaats, waar zij die zetteden met den naam van

RUSTOORD.

Bereids is daar, alreeds van op 9 November van voornoemd jaar, een rector met volle pastorele rechten, en, op 't oogenblik dat wij deze regelen schrijven, houden zich de bevoegde overheden ten drukste met de verheffing van Rustoord tot parochie bezig. Gemelde rector is de eerw. Joannes Ludovicus Victor Cornelis, geboren te Brussel op 5 Juni 1873, priester gewijd op 2 Februari 1898, onderpastoor in de

Dominikanen te Leuven den 25 derzelfde maand, en daarna onderpastoor in S. Amands sedert 30 Januari 1901.

Een laatste woord. Op 't einde van onze geschiedenis gekomen, werpen wij een stond den blik terug over het afgeloopen terrein.

Tot rond het midden van de dertiende eeuw was er maar eene parochie, waarschijnlijk slechts met éénen priester, op gansch het uitgestrekte grondgebied der vier huidige gemeenten, Eekeren, Hoevenen, Kapellen en Brasschaat.

Van rond 1250 tot aan de Nederlandsche beroerten van het einde der zestiende eeuw, waren er slechts drij parochiën, waarschijnlijk insgelijks ieder slechts met éénen priester, te weten Eekeren, Hoevenen en Kapellen, en een rector te Brasschaat.

Nu integendeel, in het jaar Onzes Heeren 1914, tellen wij eens eerst hebben wij Eekeren met vier priesters, den zeer eerw. heer deken, twee onderpastoors en een bestuurder van 't gasthuis; vervolgens Hoevenen met twee priesters; Ertbrant met twee priesters; Kapellen met drij priesters; Hoogboom met eenen priester; Ste Mariaburg met eenen priester; Donk met twee priesters; Brasschaat met drij priesters; Brasschaat-ter-Heide met eenen priester en Rustoord insgelijks met een priester; dat maakt, als Rustcord zal parochie zijn, TIEN parochiën en TWINTIG priesters! Er zijn in Italië bisdommen die zoo groot niet zijn! Eekeren's parochiën en hare afstammelingen for ever! Mogen zij onder 's Heeren zegen immer meer groeien en bloeien !

P. J. GOETSCHALCKX.

CARTULARIUM

der abdij van S. - Michiels te Antwerpen.

385.

De abt van S. Baafs te Gent en de proost van S. Pharaïldis derzelfde stad getuigen dat Gilbrecht Trune afziet van alle handeling, van welken aard ook, tegen de abdij van S. Michiels.

28 Juli 1289.

Universis presentes litteras inspecturis J., Dei gratia abbas sancti Bavonis, Gandensis, Henricus, prepositus ecclesie sancti Pharaildis, dicti loci, necnon Gilbertus, filius Trune, Tornacensis dyocesis, in Domino salutem. Noverit vestra universitas quod coram nobis, abbate et preposito predictis, personaliter constitutus, dictus Gilbertus Trune quitos clamavit pure et omni conditione cessante, sua libera ac spontonea voluntate, reverendum virum et religiosum, Dei gratia dominum abbatem sancti Michaelis Antwerpiensis eiusque conventum, Cameracensis dyocesis, ab omnibus actionibus, obligationibus, debitis, querelis et quibuscumque rebus aliis, in quibus dictus dominus abbas eiusque conventus eidem Gilberto conjunctim vel divisim fuerunt vel esse potuerunt ex quacumque causa obligati usque in diem date presentis littere, quod universis presens scriptum visuris tenore presentis significamus, et in cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus unacum sigillo dicti Gilberti duximus apponenda. Datum anno Domini Mo CC LXXXIXo, feria Va post Magdalene.

Oud Cart., 122.

386.

Margareta, dochter van Bertradis van Coppenhole, en haar man, Willem, als momber, schenken aan de abdij van S. Michiels het vierde van eene hofstede in 't Claepdorp, waar eertijds Arnold van den Eynde woonde en die aan gezeide Margareta toebehoorde."

« AnteriorContinuar »