Imágenes de páginas
PDF
EPUB

van Weeze meer wenscht te weten, kan zulks gemakkelijk naslaan bij Johannes Janssen, Geschichte des deutschen Volkes (1887) Band III, en wel i. v. Lund van het >> Personenregister.« Misschien krijgt de nogal rumoerige aartsbisschop, die als keizerlijk afgezant op verschillende Rijksdagen een drukke rol speelde, mettertijd wel een monografie.

Zijn geboorteplaats Weeze of Wees ligt vlak over onze Limburgsche grenzen (bij Goch). Daar zou verdere weetgierigheid, desverkiezende, waarschijnlijk nog meer kunnen achterhalen dan ik op dit oogenblik zonder veel moeite antwoorden kan.

ROME, 7 Nov. '04.

DR. G. BROM.

AKTEN EN BESCHEIDEN betreffende de Cistercienserabdij Bloemkamp of Oldeklooster bij Bolsward.

EENE BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS VAN DE VESTIGING DER CISTERCIËNSERS IN DE NOORDELIJKE

NEDERLANDEN.

(Vervolg van Deel XXIX blz. 224.)

XVII.

1555 December 3.

Phillips, koning van Spanje, antwoordt op de klachten van de Staten van Friesland.

Art. I.

Op ten eersten appoinctemente, gestelt op ten eersten articule, seggen die Gedeputeerde, dat hoewel het voorsz. appoinctement inhoudt ende vermelt, dat Keyserlycke Mayesteyt sal die geestelicheyt van den lande van Vrieslandt houden, gelyck hy tot noch toe gedaen heeft, in sulkke vryheyt, als die was by tyden des Fursten van Sassen; 1) soe ist nochtans alsoe, dat die selue geestelicheyt van den lande van Vrieslandt in veele dingen nyet onderhouden wordt, noch mach gebruycken alsulcke vryheyt, als zy hadden ende

1) Vergl. hierover: Charterboek, II, p. 89.

gebruyckten by tyden des Furts van Sassen, naeuolgende die beloftenisse, by Keyserlycke Mayesteyt in den jaere XVC ende XV. gedaen.

>> Het is die van den Raede van Vrieslandt, deese >>articulen neerstelycken gescreuen ende beuoelen, dat »zy in deze noch in anderen saecken nyet teegens >> dispositie van rechte ofte olde gewoenten en atten>> teren, t welck syne Mayesteyt hen by deesen oick >>beueelt t achteruolghen.

II.

Ende omme t selue een weynich naeder te specificeren, soe is waerachtich, dat die geestelicheyt in den lande van Vrieslandt deurgaens, ende sonderlinge die van den oerden van Cistercien van diuersche pausen, met diuersche preuilegien ende vryheyden gepreuilegiert ende begiftiget zyn.

III.

Als dat nyemandt geoorloft is, eenyghe Abten ofte Ouersten, ofte hun broeders ende religieusen van den voorschreuen oirden, voor den waerlycken rechters te doen betrecken, ter cause van eenighe saecken, zy syn crimineele, ofte hoedanich die syn moegen.

IV.

Item, dat die selue geestelicheyt van der oirden van Cistercyen voorschreuen niet en moegen worden geroupen per ordinarios, vel alios quoscunque iudices, ad synodos vel forenses conuentus, seu placita aut capitula, vel forum penitentiale, etiam ratione delicti. Propterea quod excessus illorum religiosorum, tam per generale, quam etiam quotidiana capittula, qui

fiunt in singulis monasteriis Cistertii ordinis, congrua. penitentia puniantur secundum statuta Cistertii ordinis.

V.

Ende dat die visitacien ende corectien der voirsz. ordene alleen sullen moeten geschien ende gedaen worden van den abten ofte monycken van derseluer oirden, ende van nyemandt anders, geestelick noch waerlick.

VI.

Dat nyet tegenstaende deesen alsoe is, dat nu onlancx geleden, sedert dattet voirscreuen appoinctement van de Mayesteyt gegeuen is geweest, eenige commissaryssen van den Houe van Vrieslandt hen hebben. getransporteert binnen den conuente van Oldeclooster, 1) ende aldaer hebben willen visiteren, inquireren ende hen informeren van den staet ende regiment van denseluen conuent, alles contrarie der preuilegien, ende oick den voirscreuen appoinctemente ende beloftenisse van Keyserlycke Mayesteyt, anno XVC XV. gedaen ende beloeft.

VII.

Hebben bouen dien die van den Houe van Vrieslandt, nv onlancx geleden, by seeckere besloeten brieuen voor denseluen Hoeue verfcreuen gehadt die prelaeten van Clarencamp ende van Geerckensclooster ende deseluen geordonneert, te compareren voor secckere commissaryssen van denseluen Hoeue, omme voor denseluen te antwoorden, op t geene des hen affgeuraecht soude worden.

1) Dit bezoek staat zeer zeker in verband met het gebeurde in Bijlage XV en XVI vermeldt.

>Alsoe die Gedeputeerde van wegen den Staeten, >int XXI ende eenige naeuolgende artyckelen hen >seer beclaegen van die onbequaemheyt, giericheyt >>ende andere quaede qualiteyten ende abuysen der > geestelycker commissarissen ofte rechtereu, die in > den lande van Vriesland by den archidiaconen ge>> committeert worden, ende die selue verre van Vuytrecht » geseten zyn, ende anders geen ouersten in den Lande >>en hebben, soe en can voor gheen bezwaringe ge»noemen worden, dat die voorsz. Mayesteyt, voer soe >> veele als in hem geweest is, doer synen Raedt van »Vriesland opsicht doet nemen op die qualiteyt der>seluer rechteren ende limitacie van huere jurisdictie, >>ende behoirden die Staeten daer inne, als een saecke >> dienende tot weluaeren van den Lande, een goedtgeuallen ende genoegen te hebben, soe veele toe meer, >> dat syne Mayesteyt verstaet, van gelyckenisse by » tyden des Fursten van Sassen oick geuisiteert ge>>weest te hebben, ende dat by die selue admissien, » die kennisse derseluer rechteren nyet anders geli>>miteert is; te weten, dat sy van geen saecken, mixti >>fori wesende, hen en sullen onderwinden, t welck is tot grooter verlichtinge van den ondersaeten.

Uittreksel uit het Charterboek III, p. 387 v.

XVIII.

1556, October 12.

Tetardus van Arum, abt, benevens de kellner, prior en de conventualen van de abdij Bloemkamp, verklaren aan Ambrosius Tackczoon verhuurd te hebben de helft van Joritsmagoed. Alsoe wy heeren, heer Tetardus van Arum, abbas,

« AnteriorContinuar »