Imágenes de páginas
PDF
EPUB

is, mitten yrsten verlichtet worde, ten welken tyde // ze uwer Edelheit van tangeven van den supplianten duir rappoirt // van den Egrietman van Wondseradeel ende van Wybe Wybezoon, // die tyt bevelhebber van de voerschreven schantze, genuech versekert // ware' uwer Genade beliefd heeft, den suppleant ende den zaike to committeren aen den Hove van Vrieslant, die geordinert heeft, // dat de grietman van Wondseradeel een raminge zolde maiken, // hoe voel tverleggen van den schantze van dselve zyll an // holtwerk, yserwerk ende andere materie ende // tarbeytsloon van dien well zoude costen ende dselve doen // betalen by die grietenyen van Wondseradeel, Hennairdera- // deel ende Baerderadeel voernoemt, want Wybe Wybezoen voerscreven, // alsdoe bevelhebber van den schantze voerscreven, best gedoht // heeft, den schantze voerscreven vergroetet ende die zyll voerschreven bennen // den schantze gelecht to worden, seggende, dat die plaetzen, die duir tverleggen ende dextensie vandien geopent ende gebloetet worden, niet anders dicht. gemaict / konden worden dan mit balkholt, zo hebben die // temmerlyden ende smidt, die d grietman voerscreven tot taxatie ende // raminge van den onkosten op twerk gestelt hadde, ontfanghen // hebbende ordinantie van Wybe Wybezoen voerscreven, hoe hy tvoerscreven werck // begeerde gemaict to hebben, den ersten van dien van // holtwerck, yserwerk ende andere materien ende tarbeytsloen / daiaff getaxeert ende geraempt gehat op soevenhondert Karolisgulden ende zo tselve een groete penningh is, zo heeft // hy suppleant tot noch to dairaff bij uwer Genaden gheen eyntlick ordinnantie kennen impeteeren. Nu geeft hy suppliant // weder te kennen, dat duir oirsaiken, dat de voer

screven schantze van den laestverledene tempeest ten westen groete // schaede geleden ende uytfall van aertwerck gehat heeft, // hy suppleant hem gefuecht heeft in den schantze voerscreven bij den Egrietman van Wondseradeel voerscreven ende by den venderich, nu // bevelhebber, van den schantze voerscreven, in tyde zy doende ende ! raetstaende zyn geweest om tghene duir den tempeest // vervallen ware, wederom to repareren ende dicht to maiken // ende ten selven tyde hebben zy bevonden, dat men den schantze // voerscreven bequaemelicken vercleynen zoude moghen, verlichtende den zyll van tvoerschreven aertwerck ende sluytende die geheel buyten // den schantze, alzo dat men tselve tzo groete (moeite) und costen niet behoiren zal doen, want men dair ... . . . . . . 1) niet voel balckholt, noch ander holt, noch yserwerck // van doen zall hebben, dan alleen tghene tot reparatie van een nye poorte van doen zal zijn. Ende want // die schantze voerscreven duir tvercleynen ende bennenleggen // stercker ende niet swakker zall worden. dan duirt // vergroeten ende uytleggen, als uwer Edelheyt duir relaes // van den vendrich voerscřeven, nu bevellhebber, zall // gelieven to verstaen, ende die Egrietman voerscreven noch bereyt // is taertwerck tgene mitter leppe 2) gearbeydtet // can worden to laten doen by den ingesetene van zyne grietenye, mits dat dandre costen van tholtwerk, // yserwerck ende andere materie ende tarbeytsloen van dien (twelck // nu niet zeer groet zall moghen extenderen) gedraegen worde by den drie grietenyen voer

1) Door het vervuren van het papier onleesbaar. 2) Schop, spade.

screven, yder voer een // dardendeel, so bidt, begeert ende versuect hy / suppliant zeer oetmoedeliken, dat uwer Edelheyt gelieven wille to consenteren in tvercleynen ende bennenleggen van de schantze van den zyll voerscreven ende dienangaende // ordinantie to maiken, hoe Uwer Genade tselve gelieven // zall gedaen to worden ende tot wiens costen, ofte // andersins den beste middele voirt to keren, dat // die zyll van den suppliant voerscreven van taertwerck voerscreven gelicht // ende by hem suppliant voerts gereparert zall moghen // worden tot uuytsluyten van den zoute wateren ende tot beschermenisse van den landen. Dit doende enz.

was geteekend:

Frater THOMAS GRONINGENSIS,

abbas in Florido Campo, subscripsit.

Naar het origineel op papier, berustende in het Gabbema archief

te Leeuwarden (Old-Burgerweeshuis).

VAN DE LEESTAFEL.

Albers, P. Geschiedenis van het herstel der Hierarchie in de Nederlanden. (Nijmegen, L. C. G. Malmberg 1904). Tweede deel.

Met een meer dan bekwamen spoed, die een zeldzame werkkracht verraadt, heeft de geleerde pater Albers S. J., geen anderhalf jaar na het eerste deel zijner Geschiedenis, het tweede, nog lijviger, doen volgen. Thans wordt niet enkel meer de voorbereiding tot het herstel der hierarchie, doch haar eindelijke en feitelijke wording-zelve beschreven. De emancipatie der Nederlandsche Katholieken onder Willem II bracht als vanzelf aaneensluiting en samenwerking der tot nog toe verstrooide krachten. Hieruit groeide even natuurlijk het verlangen naar een geregelde organisatie, welk verlangen zich tot 1840 slechts bescheiden, ja schuchter had geuit, maar nu openlijk voor den dag komen dorst met een machtige adresbeweging. Pius IX gaf aan deze vox populi gehoor: bij Apostolisch schrijven van 4 Maart 1853 werd de bisschoppelijke hierarchie in Nederland hersteld. Van Protestantsch-conservatieve zijde kwam de reactie, hartstochtelijk en fel, in de beruchte Aprilbeweging; maar »die onweersbui<«< zooals Fruin haar noemde, »een donder zonder bliksemschichten << dreef weldra af en hinderde volstrekt niet, dat de nieuwe bisschoppen rustig doorwerkten aan de volledige uitvoering der pauselijke Breve. In de herfst van 1853 trad onder helderen hemel de Nederlandsche Kerkprovincie, flink georganiseerd, te voorschijn.

Ziedaar in hoofdtrekken het onderwerp van dit tweede deel. Een hoogst interessant onderwerp, dat elk geschiedschrijver aan pater Albers zou kunnen benijden, omdat het nog volop met het levende en bloeiende heden in nauwe betrekking staat. Maar tevens eene stof, waarvoor nu de tijd van behandeling was aangewezen, niet zoozeer om het gouden jubelfeest der herstelde hierarchie, als wel omdat onze generatie hetgeen vóór 1853

bestond en toen geworden is

-

de faits et gestes van een onmiddellijk voorafgaand geslacht nog van nabij overzien en het best begrijpen kan. Hoeveel kostbare bijzonderheden, die pater Albers voor de vergetelheid behoedde, zouden bij een latere behandeling verloren zijn geraakt! Daarom heeft de talentvolle schrijver rechtmatige aanspraak op onzen blijvenden dank. Maar bovendien op onzen lof even warm en oprecht dat hij. terechtertijd zulk een hoogst belangrijk onderwerp aandurvende, het zoo spoedig en zoo grondig, uit de beste en authentieke bronnen, meester geworden is. Onder de kerkgeschiedschrijvers van Nederland zal hij steeds een eervolle plaats bekleeden.

Nadere kennismaking met den inhoud, ook van dit tweede deel, laten wij aan de belangstellende lezers over. Hun moeite, om met het omvangrijke werk zich vertrouwd te maken, zal ruimschoots worden beloond, door een beteren en juisteren blik op het nu, dat immers uit de toestanden van voor en om 1853 voortgekomen is.

Behalve door 28 uitvoerige Bijlagen wordt het gansche werk besloten door een nauwkeurig naam- en zaak-register, dat het naslaan over een bepaald punt zeer gemakkelijk, en zoodoende het leeren uit dit tamelijk breed uitgesponnen geschiedverhaal ook bij matige portie's genietbaar maakt.

Archief voor Kerkgeschiedenis, Nederlandsch, onder redactie van H. C. Rogge en F. Pijper ('s Hage, M. Nijhoff). Nieuwe serie, tweede deel.

In afl. 4 blz. 321-358 deelt dr. J. de Hullu nadere bijzonderheden mede uit de Hervormingsgeschiedenis van Overijssel, speciaal te Deventer in 1567, waar de Raad zoolang mogelijk de nieuwe religie begunstigde, totdat de ernstige bedreigingen en strenge voorschriften van het koninklijk gezag hieraan voorloopig een einde maakten. Dr. L. Knappert zet blz. 349-396 verder uiteen, welke de houding der Gereformeerde Kerk hier te lande was in den strijd om het wettig huwelijk en wat ermeê samenhangt.

Nieuwe serie, derde deel.

In afl. I blz. I-10 zoekt dr. F. Pyper een antwoord op de ingewikkelde vraag: waar bleef de winst van den aflaathandel? Nl. in de 15e en 16e eeuw, voórdat Luther zijn felle campagne begon. Uit verschillende voorbeelden, aan de prediking der aflaten in ons land en Duitschland ontleend, met name aan het kerkelijk

« AnteriorContinuar »