Imágenes de páginas
PDF
EPUB

Kapittel uitgevaardigd besluit over het acquireeren der vicariegoederen, tot 1811, toen de Utrechtsche kapittels zijn afgeschaft, van kracht gebleven is.

Door zijn nauwkeurige publicatie en scherpzinnige bewerking van al dit ingewikkelde, vaak duistere materiaal heeft Mr. Muller de verwarde geschiedenis der inrichting van het Domkapittel zooveel mogelijk opgehelderd. Behalve no. 4, dat oud-hollandsch is, zijn deze bescheiden in 't latijn gesteld.

Van no. I gaf hij nog den gezuiverden, tot de oorspronkelijke redactie teruggebrachten tekst in het licht in de Westdeutsche Zeitschrift für Geschichte und Kunst (Trier, Band XXII, Heft III, S. 286-320), met een grondige schets der huishouding van het Domkapittel omstreeks 1200, goeddeels overeenkomende met zijn opstel: Een huishouden zonder geld.« (Vlg. Archief XXVI, 474).

[ocr errors]

Nederlandsche Katholieke Stemmen. (Zwolle, J. M. W. Waanders.) 4e Jaargang.

Een interessante bijdrage tot de geschiedenis van den Rozenkrans in Nederland, vooral wat betreft de eerste helft der 19e eeuw, wordt blz. 109-121 geleverd door pater H. Mosmans C. ss. R., die een overzicht geeft van de schaarsche overblijfselen der Rozenkransdevotie na de Hervorming en van haar langzame, doch krachtige wederopleving, welke voornamelijk aan de H. Missiën te danken is.

Overijsselsch Regt en Geschiedenis, Vereeniging tot beoefening van, Verslagen en Mededeelingen, XXIII 3e ged. (Zwolle, Erven J, J. Tyl 1904.)

In aansluiting met vorige opmerkingen (vgl. Archief XXIX, blz. 410) doet pastoor B. P. Velthuysen eenige mededeelingen over het aartsdiakonaat Deventer (blz. 2—5), waarna Mr. R. E. Hattink een bijdrage geeft over de uitoefening van den R. K. godsdienst in en om Haaksbergen in de 18e eeuw, met name over de gevangenzetting van den priester G. B. Beer (later aartspriester van Salland) in 1721 (blz. 6.)

Studien, Godsdienst, wetenschap, letteren. (Utrecht, P. W. van de Weijer.) Jaarg. 36, Deel 61, afl. 4.

Pater W. Wilde betoogt blz. 314 - 348 tegenover wijlen professor R. Fruin, dat de verdrukking der Roomschen na de Hervorming niet anders te verklaren valt dan door de verregaande onverdraag

zaamheid van het landsbestuur; de »vrijheid van religie,« door tal van overeenkomsten gewaarborgd, bleef dikwijls zelfs geen gewetensvrijheid, maar werd dan een huichelachtige fraze, gelijk de schrijver uit verschillende staaltjes van vervolgzucht ten opzichte der Katholieken aantoont.

Troelstra, Dr. A. Stof en methode der catechese in Nederland. (Groningen, J, B. Wolters,) XII en 356 blz. gr. 89.

In aansluiting met zijn academisch proefschrift over den >toestand der catechese in Nederland gedurende de vóór-reformatorische eeuw" (vgl Archief XXVII, blz. 433), waarin hij zich vooral tot de uitwendige inrichting der catechese tegen het einde der middeleeuwen bepaalde, gaat de Schr. thans uitvoerig na wat destijds tot de leerstof behoorde en volgens welke methode zij behandeld werd. De leerstof groepeert zich gewoonlijk om de vier stukken, door bisschop Jan van Zyrik anno 1294 in zijn synodaal voorschrift aangegeven, en omvat dan achtereenvolgens; de zonde en deugd, het gebed, het geloof en de Sacramenten. De methode is voornamelijk gericht op het ethische doel, opleiding tot een goed en vroom christelijk leven; een systematische behandeling der volledige godsdienst- en zedeleer komt doorgaans nog niet ten volle tot haar recht; zij blijft in hoofdzaak een diep-inprenten der noodige en nuttigste heilswaarheden, die op practische toepassing zijn berekend.

De Schr. overdrijft echter, wanneer hij telkens beweert, dat alle stukken der catechese worden beheerscht door de biecht en dat de catechese slechts een tak van den boom der biecht zou wezen. Immers, de biecht zelve is slechts een middel tot zedelijke volmaking. Ook elders komt het protestantsche air van gewaande superioriteit bij den Schr. meermalen uit. (Vlg. recensie in De Katholiek D1. CXXV. blz. 491 v.v.). Maar aan waardeering der middeleeuwsche catechese ontbreekt het hem over 't algemeen niet, die hij beschouwt als een wegbereidster tot de catechese na de Reformatie en waaraan hij boven deze onder enkele opzichten zelfs den voorrang toekent. Trouwens, aandachtige kennismaking met de betreffende literatuur noopte hem, niet meer zoo uit de hoogte neêr te zien op de catechese der »duistere middeleeuwen«, als onder Protestanten veelal geschiedt.

Een zorgvuldig bewerkt register maakt dit werk gemakkelijk bruikbaar, waaruit ook voor het tegenwoordig catechetisch onderwijs verschillende vingerwijzingen ten nutte kunnen worden gemaakt. ARCHIEF XXX.

29

Verslagen en Mededeelingen van de Vereeniging tot uitgave der bronnen van het Oude Vaderlandsche Recht. Deel V, no. 1, blz. 42-56.

In aanvulling op het vorige deel van deze l'erslagen enz., waar hij een 15-eeuwsch register uitgaf, bevattende een goed overzicht der goederen en rechten van den proost van Sint Jan te Utrecht in de 15e eeuw, publiceert Mr. S. Muller Fz. thans nog eenige stukken over genoemde proosdij, eveneens uit de 15e eeuw. N. eene lijst van leenmannen der proosdij; eene van de tienden en pachtgoederen van den proost; eene der Friesche kerkdorpen, behoorende tot zijn aartsdiakonaat in Westergo; en lest best een staat der verplichtingen, welke nog in 't begin der 15e eeuw op den proost rustten. Hieruit blijken ons zeer belangrijke bijzonderheden over de primitieve inrichting van het kapittel, en deze worden door den geleerden archivaris kort en bondig toegelicht.

Dr. G. BROM.

ALPHABETISCHE REGISTERS.

PERSONEN.

A., Alfaer van der, 86.

Baden, Frederik van 9. Baerle, Dirk van, 4.

Baers, Paschasius, 427, 430.

Aelbrecht, Gherardus z. v,, 69, 70. Balderik, bissch. 13.

A., Dyrc van der, 69, 70.

Adriaan IV, paus, 14, 142.

Aelman, Johan, 86.

Aernt v. Amerongen, 303.

Aertserve, Johan, 7.

Aetsaek, Johan, 226.

Alaert, 69, 70.

Albers, P., 447.

Albers, S. J., 442, 443.
Albrecht v. Beieren, 249.
Aleid v. Gelre, 312,
Alfen, Johan van, 69, 70.
Allard, N. J., 446.
Alphert, 5.

Amalia Ambrosii, 436, 437.
Ambrosius Takezoon, 422, 423.

424, 425.

Andries van Zeyst, 86.

Arents, Johan z. v., 12.

Barchhorst, Johan ter, 12.

Bardo, graaf, 263.

Barner, Herman, 227, 228.

Bauer, 296.

Beer, G. B., 449.

Beer, Henricus de, 277.
Beernt Uten Enghe, 304.
Beernt, Wolter z. v., II.
Beers, Joh. V., 203.
Beltman, 295.

Bemmel, Jacob v., 146.
Bentinck, 227, 274, 287.
Berch, Herman v. d., 198.
Berckel, K. C. v., 446.
Berckenroe, Adriaen v., 202.
Berckhorst, Berent ter, 7.
Berg, Bern. v. d., 296.

Arkel, Jan van, bissch., 15, 445. Berge, Jillis van den, bissch., 27.

[blocks in formation]

Blom, 283.

Bluemers, past., 447.

Bocke v. Burmania, 423, 436.

Boechamer, Gheryt, 33.

Boenschoeffs, 188.

Boeker, Herman, 7.

Boick, Reinier, 228.

Bolten, Lodewijk, 12.

Bonif. VIII, paus, 231, 243.

Bonifacius IX, paus, 31, 231, 232,

234, 243, 247, 249.

Carolus Gallus, Dr., 199, 201, 202.

Caspar Maximiliaan, Wijbissch.

v. Munster, 292.

Caspar v. Robles, 438.

Cattenborch, Floris v., 197, 198,

204, 205, 206, 210.
Cham, de, S. J., 276.
Claerbout, Johan, 69, 70.
Claes, Peter z. v., 69, 70.

Claes, Zeleken z. v., 24, 26, 27.

Codde, Petrus, 275, 276, 277.

Bontroc, Johan, 69, 70.

Booth, Dr. C., 314.

Coets, A., 222, 223.

Colonna, de, Kardinaal, 11.

Boren, Vrancke Willam, z. v., 69, 70. Compestell, Henrick v.,128, 130.

[blocks in formation]

Bruijn, Mr. Corn. Huijbert de, Daem, 69, 70.

[blocks in formation]
« AnteriorContinuar »