Imágenes de páginas
PDF
EPUB

maar wat zijn de gevolgen in de practijk? Laat ons de zaak niet te somber inzien en alleen constateeren, dat Uw nabestaanden beter af zijn met een nalatenschap, bestaande uit ten allen tijde verhandelbare aandeelen, dan, wanneer zij gedeeltelijk bezitters zijn van een onderneming, waarvan gij niet langer aan 't hoofd staat. Wilt ge uitbreiden? Het kost U veel geld nieuw kapitaal te krijgen, als ge het op redelijke voorwaarden verkrijgen kùnt.

Uw bedrijf is verlost van een kwellenden band en gij kunt uw arbeid wijden aan een der onderdeelen van het bedrijf, waar Uwe capaciteiten U geschikt toe maken, als ge met anderen wilt samenwerken, waardoor deelname van het publiek in het gemeenschappelijk kapitaal bereikt kan worden.

Dat de geldmiddelen een voorname rol spelen in de enkele bedrijven, zoowel als in de combinaties van bedrijven, behoeft wel geen betoog, en dat het laatste woord in zake geldverschaffing voor de industrie nog niet gesproken is blijkt wel uit de presiden tieele rede van Lord Incheape op de jaarvergadering van de Engelsche bank op 27 Jan. 1916 uitgesproken. Hij is een groot tegenstander van het denkbeeld, dat de Engelsche bankiers het voorbeeld behoorden te volgen van de Deutsche Bank, door het financieeren van en aandeel nemen in nijverheidsondernemingen over de heele wereld. Zulke ondernemingen behooren te worden gedreven met het kapitaal, dat voor dit bepaalde doel is bijeengebracht, volgens zijn meening.

Het is wel duidelijk, dat de Deutsche Bank de voordeelen, zoowel als de nadeelen van haar politiek ondervindt. Voor de verschillende ondernemingen, die door de bank gefinancieerd worden, zou men kunnen aannemen, dat de voordeelen grooter zijn, dan de nadeelen.

Wat de bank betreft, deze verdeelt door deelname in verschillende ondernemingen, haar risico; doch in tijden van algemeene malaise zal blijken, dat zij genoodzaakt wordt gelden te verstrekken, om deze ondernemingen te steunen, op voorwaarden, die niet overeenkomen met een gezond credietbeginsel.

Door deelname direct, wordt het risico als bank veel grooter, dan wanneer dit lichaam slechts als credietinstelling gewerkt had. Aangelokt door de resultaten in het buitenland, misschien ook door invloed van het buitenland op een meer directe wijze, bestaat er in ons land een neiging bij enkele bankinstellingen om zich direct in de Nederlandsche industrie te interesseeren.

Zij krijgen daarvoor van het publiek een goede aanteekening. Vervelend is de grief geworden, dat het Nederlandsche kapitaal zich wel voor twijfelachtige papieren interesseerde in Amerika en dat er voor de inheemsche nijverheid geen belangstelling was. Men heeft echter steeds vergeten, dat de inheemsche nijverheid niet met voldoend groote kapitalen aan de markt kwam om een handel in de aandeelen mogelijk te maken. 't Was alles incourant goed, terwijl de buitenlandsche stukken, van welk gehalte ook, toch ten allen tijde met winst of verlies, doch in elk geval direct realiseerbaar waren.

Zoodra Nederlandsche aandeelen toegelaten worden en verhandeld op niet alleen de Nederlandsche, maar ook op de buitenlandsche beurzen, zal de belangstelling voor de Nederlandsche nijverheidsondernemingen bij ons eigen publiek grooter zijn dan voor buitenlandsche, en terecht.

Dit is de natuurlijke, de groote weg, die gevolgd zal dienen te worden door de Nederlandsche nijverheid. De gelukkige plaatsingen van kleine uitgiften zijn geen bewijzen daartegen. Hun invloed is te gering, gerekend tegenover de groote kapitalen, die steeds ter belegging beschikbaar komen en juist nu zoo overvloedig aanwezig zijn.

NIJVERHEIDS-CREDIETBANK.

Wil men de Duitsche bankmethode niet volgen en toch de nijverheid behoeden voor de hooge renten voor opgenomen gelden en de lage renten voor deposito's, dan kan men misschien den uitweg kiezen, dien de middenstand heeft ingeslagen met regeeringshulp, en een (cöoperatieve) nijverheids-credietbank trachten tot stand te brengen.

De fout van de bestaande Middenstands-credietbanken lijkt mij tot nog toe, de neiging, die bij die instellingen bestaat, evenals bij de boerenleenbanken, om de tarieven te aanlokkelijk te maken. Ik vraag mij af, of het niet beter zou zijn de tarieven gelijk te houden met die, in het vrije bedrijf geldig. Men kan dan later, als er winst is gemaakt, na voldoende reserveering, deze ponds-pondsgewijze verdeelen onder credietnemers èn deposanten. De huid van den beer wordt dan niet verkocht, vóór de jacht is afgeloopen. Vooral de vrij zekere kans op een hoogere deposito-rente,

zou ongetwijfeld veel kapitaal naar deze banken doen toevloeien. Alleen toch door het verkrijgen van deposito's kan het normale bankbedrijf, het kassiersbedrijf, in bijzondere gunstige omstandigheden komen, de marge tusschen deposito-rente en de tarieven voor geleende gelden is vrij wel zuivere winst voor de bank; zoolang de deposito-rente nu laag blijft, bestaat er geen aanleiding voor den belegger, met zijn tijdelijke kasmiddelen deel te nemen aan de werkzaamheden der bank. Het bezwaar nu voor alle particuliere bankinstellingen is wel, dat de deposito-gelden dadelijk, hoogstens met eenige maanden, opzegbaar zijn. Wanneer de banken deze gelden dus zouden gebruiken om daarmede lange credieten te geven, of zelfs deze gelden zouden gaan vastleggen in nijverheidsondernemingen, dan wordt dit een zóó gevaarlijk spel, dat in werkelijkheid dan ook geen bank dit zal doen. Hier kan de deposito-rente nooit hoog zijn. Als nu ten slotte of het Rijk of de Nederlandsche Bank de teruggave der deposito-gelden ten allen tijde garandeert, zooals bij de Middenstands credietbanken, wordt de zaak anders. Het Rijk zou voor een Duitsche werking van het bankbedrijf niet te vinden zijn en terecht, daar de banken daardoor van bestemming zouden veranderen. Een andere vraag is, of het Rijk niet bereid zou zijn een (coöperatieve) nijverheidsbank te steunen, die tot doel heeft zaken op langen termijn mogelijk te maken. Wat den middenstand is toegestaan zal_men der nijverheid bezwaarlijk kunnen weigeren.

van

Een dergelijke nijverheidsbank zou niet tevens een emissiebank behoeven te zijn, doch zou behalve het verstrekken crediet op langen termijn, ongetwijfeld veel goed werk kunnen verrichten door het verschaffen van betrouwbare en goedkoope informaties, door het bevorderen van de samenwerking der zelfde soort bedrijven, etc. In het algemeen zal de bank een nationaal karakter moeten hebben. Voorop zal moeten worden gesteld het onafhankelijk maken der Nijverheid van zooveel mogelijk buitenlandsche factoren.

Die industrieën komen het eerst in aanmerking om deel te nemen in de bank, welke haar grondstoffen ten allen tijde kunnen verkrijgen uit eigen land of koloniën, en die ook, waar wel de mogelijkheid, doch nog niet het feit bestaat, dat de grondstoffen uit rijk of overzeesche bezittingen of kolonien verkregen kunnen worden. Het ligt op den weg van de nijverheidsbank in dien zin een stoot te geven en mede te werken ons eigendom tot

volledige exploitatie te brengen. Dat dit voor ons land een zaak van primair belang is, kan wel niet worden ontkend. Wanneer toch Nederland zelf zijn bezit niet exploiteert, zal een ander volk dit doen; de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen is een verplichting tegenover de menschheid in 't algemeen, die de bezitter moet nakomen, op straffe van te eeniger tijd van zijn bezit vervallen verklaard te worden. Dit is een economische wet. Om een voorbeeld te noemen: De stroom vreemdelingen naar onze koloniën kan slechts gekeerd worden door eigen intensieve exploitatie dier koloniën. Waar is op het oogenblik de organisatie, die dit doel als grondgedachte in practijk brengt, (niet te hooi en te gras er aan mede werkt, al naar gelang de gelegenheid zich voordoet,) maar die met ruimen blik een plan ontwerpt, dat stelselmatig en wetenschappelijk wordt gevolgd en dit tot volledige uitvoering brengt?

Wanneer nu door samenwerking de nijverheid beschikt over standaardgegevens en door uitwisseling van arbeidsmethoden en kostprijsberekening in staat is te overzien tegen welke prijzen en bij welke hoeveelheden de goederen geproduceerd kunnen worden, dan zal een systematisch plan van export moeten worden uitgewerkt. Niet dan waardeerend kan gesproken worden over de wijze, waarop onze consuls alle inlichtingen van algemeenen aard verstrekken, die hun gevraagd worden. Zooals de toestand op het oogenblik is, valt het niet te ontkennen, dat er vele vragen zijn, die men een consul niet mag stellen, wanneer men export-relaties wil aanknoopen. Krachtens hun ambt zijn zij niet bevoegd die vragen te beantwoorden, trouwens trouwens alle inlichtingen worden buiten verantwoordelijkheid verstrekt. 1)

Wanneer de nijverheid dus wil uitvoeren, dan zal zij de beschikking hebben over haar oude relaties, en voor nieuwe relaties zal zij zich tot de officieele vertegenwoordigers van het Rijk in den vreemde moeten richten. Nu komen echter de moeilijkheden. Niet alleen de credietwaardigheid van agenten, maar ook de credietwaardigheid der klanten en de mogelijkheid crediet te verleenen moet worden onderzocht, en dat niet éénmaal, doch een voortdurende contrôle zal daar noodig zijn, een contrôle, die tijdig waarschuwt, waar en wanneer gevaar zal dreigen. M. a. w.

1) Tijdens het drukken werd de nieuwe voorgestelde regeling dezer materie pas bekend.

de Nederlandsche nijverheid zal gesteund moeten worden door banken, die niet alleen adviseerend zullen optreden bij het aanknoopen van nieuwe verbindingen, doch de oogen wijd zullen moeten openhouden en ten slotte indirect het crediet zullen moeten verleenen, dat de kooper vraagt. Waar het hier om gaat is toch zoo eenvoudig. Laat ik een voorbeeld noemen uit de practijk. Een oude gevestigde drukkerij, niet groot van omvang, particulier bezit, breidt zich uit; het weekblad is een dagblad geworden, de advertenties nemen toe in één woord de courant kan niet meer op tijd uitkomen, er moet een nieuwe pers komen. Leveranciers van persen zijn bekend en weldra liggen twee offertes ter tafel, die beoordeeld moeten worden; de eene offerte is een „Yankee" de andere een ,,Mof". In deze betiteling ligt opgesloten: „,Wat drommel waarom maken wij zelf geen persen!" doch dit ter verklaring van deze benamingen alleen.

De Duitscher komt zelf en zegt: „das Geschäft kann ja leicht gemacht werden, Sie brauchen nicht gleich zu zahlen, das können wir schon machen. Sie brauchen nur Akzept zu zeichnen und innerhalb zwei oder drei Jahren ist die Presse gezahlt, wir rechnen nur fünf Prozent. Ach, wir werden leicht zur Vereinbarung kommen".

Ziet, dat is mooi, men behoeft niet naar zijn bankier te gaan en crediet aan te vragen, dat òf berust op Crediethypotheek, of als op accept verleend, steeds kan worden ingetrokken.

Maar laten wij den Amerikaan toch ook eens laten praten, of neen, daartoe daartoe krijgt de man niet eens gelegenheid, hij moet dadelijk antwoorden op de vraag: „Do you accept bills?",,Oh no, I only take cash, but my press is cheaper and has many advantages". Goede man, dat is bijzaak, de verkoopconditie is hoofdzaak. Indien ik twee, drie jaar met de machine werk en het daarmede verdiende gebruik om mijn accepten gelijdelijk af te lossen, dan is dat voor mijn zaak beter dan wanneer ik mij bij mijn kassier of bankier in schulden steek. Zoo redeneert de drukker, de kooper. En de fabrikant der snelpers? Wel, hem is het om het even. Zijn bank geeft hem baar geld of crediet op zijn accepten, hij legt geen kapitaal vast. De slotsom is deze: een land, dat exporteeren wil, moet de beschikking hebben over bankhulp. Dat verklaart de tallooze filiaaloprichtingen van banken in overzeesche landen. Dat verklaart, waarom de Amerikanen in Rusland beginnen banken op te richten in verschillende handelscentra's; eerst dàn,

« AnteriorContinuar »