Imágenes de páginas
PDF
EPUB
[ocr errors]

mense, intruso nella parochia d'Haghe con la presentazione della Badessa di Thorn, ordine ai superiori, sotto pena della sospensione dall' officio, di commandargli sotto pena di scomunica di farlo ritornare al suo monasterio, 1700 66 15.

Maynardo Van Tyll supplica di potersi ordinare in Roma con nuove dimissorie del Vicario Apostolico. Ad mentem, 1700 124: 6.

Il P. Girolamo Graziano, Carmelitano Scalzo, si conferma missioni in Amsterdam, 1700 155 2.

Al P. Filippo Tau, Provinciale degli Agostiniani in Fiandra, la Prefettura delle missioni soggette a quella provincia, 1700 197: 2.

Maynardo Van Tyll, Olandese, per ordinarsi in Roma. Ad arbitrio del Sig. Cardinali Vicario, 1700 202: 6,

D. Guglielmo Fox, già alunno di questo Collegio Urbano, dando conto di se, avvisa aver ottenuto dal Sig. Vicq, borgomastro, di poter comprare un luogo per fabricare una chiesa in Amsterdam stante le cortesie usate dal Sig. Cardinale Barberini ad un figlio del medesimo Sig., 1700 356: 10.

L'Arcivescovo de Sebaste, Vicario Apostolico in Olanda, fa istanza per la facoltà di ordinare 30 soggetti a titolo di missione, 1701 2:3.

Il P. Pietro Cachoir fa istanza d'essere dichiarato missionario nella città di Nimega in Geldria. Si risolve, che ricorra al suo Vescovo, 1701 77: 2.

Il P. Giovanni de Bruijn, della Compagnia di Gesù, supplica essere approvato superiore della missione d'Olanda, per essere stato eletto a tal posto dal suo Generale, 1701 100: 9.

L'Arcivescovo di Sebaste, Vicario in Olanda, fa

istanza di poter ordinare maggior numero di persone a titolo di missione, 1701 267: 14 e 283: 3.

Sopra le differenze tra il Vicario Apostolico d'Olanda e i Carmelitani Scalzi per la missione di Amisfurth in Olanda, non compresa nè concordati ed interno la concessione fatta dall' Efesino in persona del P. Everardo, si ordina, che l'Internunzio faccia i deputato da lui, ed intanto informi della necessità della quarta stazione per li Carmelitani, 1701 274 20

Si conferma la concordia seguita tra il Clero secolare di Bolduk ed i Canonici Premostratensi sopra le pretenzioni della parocchia di Sommeren,

1702 12 10.

Il Vicario Apostolico d'Olanda supplica di nuove facoltà per ordinare maggior numero di soggetti ad titulum missionis. Ad Congregazione Particolare, 1702 24 15.

D. Pietro Govarts ringrazia della carica di Vicario Apostolica di Bolduk, e dice lasciare ogni impiego per risedere ed adempire attentamente detto vicariato, Tom., 38: 13.

Li PP. Minori Recoletti, missionarii in Olanda ed in Frisia, supplicano di facoltà di poter amministrare in dette provincie li Sagramenti del Viatico e dell' Estrema Unzione, 1702 186: 5.

Il P. Cornelio de Vroom, Minore Osservante Recolletto, si conferma Prefetto delle missioni del suo Ordine, 1703 16:10.

Il Vicario Apostolico delle missioni settentrionali domanda la dispensa richiestali da un paroco del contado Lingense, soggetto al Vicario Apostolico d'Olanda, per due Cattolici nel 4o grado di consan

guinità. Ricorra al Nunzio di Colonia, 1703 220:21. Chi governi il Vicariato Apostolico d'Olanda, 1703 Ibid.

Lettera dell' Arcivescovo Sebasteno, con cui rimostra a tutto il Clero d'Olanda d'esser stato sospeso dal Vicariato senza causa ma ad istigazione dè suoi nemici, ed altre notizie di ciò, che è succeduto in quelle missioni, e rimedii frapostivi, e specialmente intorno all' editto del magistrato, espulsione e carcerazione di D. Teodoro de Kok, Pro-vicario di dette missioni, 1704 146 14.

Terra del Malabar.

Il Vescovo Adrumeti avvisa il discacciamento dè Carmelitani Scalzi ed Gesuiti da quelle parti, procurato dagli Olandesi per esservi entrato il Vescovo di Terapoli, ancorché gli avessero negata la licenza, e chiede le provisioni, 1692 245: 2.

Il detto Vicario Apostolico (P. Angelo di S. Teresa, Carmelitano Scalzo, Vicario Apostolico nella Terra del Malabar) stà per cominciare la visita di quelle chiese. Domanda che si procuri un Breve per autorizzare il Vescovo che l'ha consacrato, che il Vescovo di Coccino è giunto in quelle vicinanze, e gli Olandesi hanno proibito a tutti di riconoscerlo, e desidera sapere come debba egli in ciò contenersi, 1703 107:15.

Stampa. Il P. Francesco d' Olanda, lettore di controverzie in S. Pietro Montorio, supplica di un libretto e carte geografiche per istruire i studenti. Ad Arbitrio del Sig. Cardinali Sagripante, 1697

223: 5.

ARCHIEF XXVIII.

(Wordt vervolgd.)

8

BISSCHOP ADELBOLD'S DOM.

Zonder bedenking is het niet, klakkeloos te onderstellen, dat alle menschen verstandig zijn en altijd verstandig en consequent handelen. Maar voor een historicus heeft zulk eene onderstelling een bijzonder gevaar. Dit bleek mij onlangs; want de 13o eeuwsche provisoren der vijf Utrechtsche kapittelen hebben mij een poets gespeeld, die hunne nagedachtenis voortaan bij mij wel in aandenken zal houden, maar geenszins in gezegend aandenken.

In mijn stukje over den Dom van bisschop Adelbold deelde ik onlangs mede, dat het geschondene zegel van de provisoren, dat ik daarbij afbeeldde, het eenige bewaard gebleven exemplaar was. Ik had tot deze conclusie, naar ik meen, volle recht. Immers het fragment was bevestigd aan eene oorkonde van 1263; en ik bevond, dat het college in 1287 eene oorkonde bezegeld had met een ander zegel, dat van den officiaal van Utrecht. Conclusie: het zegel van 1263 was om de eene of andere reden buiten gebruik gesteld; ik verbeeldde mij zelfs, die reden nog wel te kunnen gissen.

Toen ik dus last gaf, onder de oorkonden der kapittelen een onderzoek in te stellen naar een tweede, beter bewaard exemplaar van het zegel der provisoren,

meende ik natuurlijk, dit onderzoek te kunnen beperken tot uiterlijk 1287. Geen zegel werd gevonden. Conclusie: het exemplaar van 1263 was het eenig bewaarde. Daar komt evenwel onlangs mijn Rotterdamsche collega Unger mij met groote vriendelijkheid het belangrijke bericht brengen, dat hij in een register van Arnoldus Buchelius bij het afschrift eener oorkonde van 7 Februari 1292 eene afbeelding had gevonden van een ander, vrijwel ongeschonden exemplaar van het zegel der provisoren. Hoogst verrast stel ik een onderzoek in, en inderdaad in het archief van het kapittel van Oudmunster vind ik op den aangegeven datum eene oorkonde der provisoren, waaraan het betere, ongeschondene exemplaar van het oude zegel nog aanwezig is.

In hunne onnoozelheid hebben dus de heeren provisoren mij snood verschalkt; het belangrijke zegel van 1263, in 1287 door hen verworpen, blijkt in 1292 weder in eere hersteld te zijn. Wie zou ooit verwacht hebben, dat een zoo voornaam college met zoo gewichtige bevoegdheden dus onredelijk zou hebben gehandeld?

Doch hoe men daarover ook moge oordeelen, het feit is daar; en nu het posthume zegel is teruggevonden, kan ik het zuurzoete geluk smaken, om eene afbeelding van dit volledige zegel aan de lezers van mijn stukje voor te leggen.

Zuurzoet noem ik mijn geluk, nu ik gevonden heb wat ik een jaar geleden zoo vurig heb begeerd. Niet zonder reden. Want de heeren provisoren, niet tevreden dat zij mij er eenmaal zoo oolijk hebben laten inloopen, blijken mij nog erger gecompromitteerd te hebben door eene tweede handeling, die schijnt te

« AnteriorContinuar »