Imágenes de páginas
PDF
EPUB

tegenover het vreemde; ook al in den tijd van Karel V; tamelijk helder licht valt, dunkt mij, ook al door deze aanteekeningen van het Hof, op sommige Friesche verhoudingen in den tijd van dien vorst.

Van beteekenis voor de kennis van die verhoudingen is zeker ook het hoofdstuk over de rechtspraak. Het Hof haat het rechtspreken der landdekens en vindt hun »quaestus«, »>suspectus«: »utinam non oder lucri sed religionis cultus ac favor solus militaret!<< Het slaat een andere regeling voor, met beter toezicht en grooteren invloed van 't Hof zelf; niet velen zijn noodig om dat toezicht, in den laatsten tijd zoo heel slap, te oefenen; immers, van af de Saksische tijden werden alleen nog geestelijke zaken voor de geestelijke rechtbanken behandeld.

Het hoofdstuk: »De monasteriis«, geeft een kijk op de toestanden in de Friesche kloosters 1), die »commessationibus ac compotationibus et luxu diffluunt«; het getal monniken wordt voortdurend kleiner; ook hier wil het Hof zijn invloedssfeer wel vergroot zien; van kleine kloosters zou het bv. het zegel kunnen bewaren, tot weer een voldoend aantal monniken aanwezig zou zijn. Ook het concubinaat in de kloosters en het patronaatsrecht der kloosters over verschillende kerken komt ter sprake.

Een twistpunt, telkens weer, in Friesland, in den tijd van Karel V, was de quaestie der beneficiën. De annotatie's van den Raad geven aan, welke ter collatie van den keizer stonden; maar behalve dit, ook van elders bekend, wie ze vergeeft en aan wie

1) Belangrijke stukken nog hieromtrent, ook aanwezig in de Rijks-Archieven te Brussel, hoop ik elders ter sprake te brengen.

ze zoo al geschonken, waarvoor ze gebruikt worden. Eindelijk, aardige kijkjes op cultuur-historisch gebied geven de aanteekeningen van den Raad van Friesland. In de eerste plaats is hier van belang het hoofdstuk: >> De scholis<, met zijn schets van de schoolmeesters ten platten lande, zijn kosters, die niet kunnen lezen 1), zijn bewijzen van bewijzen van de zorg, door Karel V besteed aan het onderwijs. Omtrent toetoestanden op het platte land lichten ons enkele artikelen dan nog nader in: er wordt gesproken over de vele dorpen, die schoolmeesters missen; 2) over de kleine inkomsten daar der kosters en de armoede soms der kerken 3), waar »idem et pastor et capellanus et custos« is en een dienaar of een pachter van een pastoor soms koster is om niet; verder over de kleine, met riet of stroo gedekte hutjes der armen 4) en het feit, dat de woningen er zoo ver uit elkaar staan en 's winters onderling niet te bereiken zijn;1) zelfs de toen al beruchte, koude winden van Friesland komen ter sprake. 5)

Nog heel wat meer, voor speciaal-onderwerpen misschien belangrijke details, zullen verscholen liggen in de aanteekeningen van het Friesche Hof. Maar het boven aangestipte is, dunkt mij, al voldoende om een uitgave te rechtvaardigen; overigens mogen de stukken voor zichzelve spreken.

1) Vgl. ook: De sacr. adm. art. 18.

2) De off. eccl. art. 16.

3) Id. art. 20.

4) De sacr. adm. art. 20, 21.

5) De sacr. adın. art. 21.

Marie bij der gratie Gods Coninginne,

Douayiere van Hongren ende
Beemen, Regente.

Lieve ende besundere. Volgende den afscheet ende resolutie hier onlancx genomen int bijwesen van u, president, beroerende de secten ende ketterien zoe van wederdooperie als andere dwalingen die anderwerf upstaen in Vrieslant ende omliggenden landen, wy schicken jegenwoirdelick aldaer den Deken van sinte Marie tot Utrecht, heer Herman Letmatius, ende meester Franchois Zonnius, domheere aldaer, bede doctueren in den Heligen Scriften, bringers van desen, commissarisen van wegen des Heligen Stoels van Roome, ende by Keyserlyke Majesteit onsen heere geauctoriseert om tegens de besmette van den voirss. secten te inquireren ende procederen alsoe behoiren zal, gelyck ghy naeder by de voirss. commissarisen sult mogen verstaen. Ende alsoe ons ernstich begeren es dat tegens de voirss. ketterien geremedieert ende voirsien worde, bevelen ende ordineren u van wegen Zijnen Majesteit, dat ghy de voirss. commissarisen informatie doet geven ende hun bericht van tgene deser zaken beroeren mach ende notelick wesen sal, doende hun voirts alle bystant ende vorderinge int volbringen van hueren laste, u mogelick zijnde. Ende indien ghy eenige ongeregeltheit bevint onder de geestelicheit desselfs lants, sunderlinge in cloisteren ende godshuysen, sult hun sulcx mogen te kennen geven ende samentlick daerinne voirsien alst behoiren zal, volgende den last, die zy des hebben, zoewel van ons als van den geestelicken ordinarisen. Ende want het zeer oirboirlick waere in desen tij

eenige goede jonghen tonderh[ou]den in die universiteit van Loeven studerende in de Heilige Scriften, om mettertyt daervuyt geleerde priesters ende pastoirs in Vrieslant te overcommen, zult ghy zoe verre u van node duncken zal duer de voirmelte commissarisen sulcx aen den prelaten van Vrieslant laeten versoucken ende deselve onderwijsen, dat zy ende yegelick van hun tot voirderinge der heiliger religie ende der gemeene welvaert des lants daertoe willen verstaen ende contribueren.

Lieve ende besundere, onse Heere God zy met U. Gescreven te Brussele den XVIIen van Octobre 1553.

(get.) MARIE.

(get.) DE LANGHE,

Op den rug staat:

Onsen lieven ende besunderen, den President ende Raden des Keysers geordineert in Vrieslant.

Recepta XI Aprilis anno 1554.

COMMENTARIUS

HERMANNI LITMATII DECANI DIVAE VIRGINIS
TRAJECTENSIS SUPER REFORMATIONE CLERI
FRISIAE QUEM CURIAE TRADIDIT ANNOTANDUM
IV OCTOBRIS ANNO 1555.

Sub beneplacito Caesareae Majestatis haec nobis videntur necessario statuenda pro religionis observacione per Frisiam 1), quae cupimus per Senatum expendi et corrigi, tumque ad Caesaream Majestatem mitti, ut per suam Majestatem correcta, suo jussu et approbatione publicentur.

De sacramentorum administratione.

1.

Consilium Frisiae ignorat, quem fructum hic articulus religioni allaturus sit, nisi ut inhabitantium nomina innotescant, ac ne peregrini

I.

Hoc ipso et decimo quoque anno in oppidis quidem summus magistratus, in pagis grietmanni ante Christi natalem annotent per sin

1) Het M.S. uit het Archief van de Oud-Bisschoppelijke Klerizij te Utrecht heeft Ffrisiam.

« AnteriorContinuar »