Imágenes de páginas
PDF
EPUB

hoeve tiendvrij land, gelegen tusschen de heeren van Munnikhuizen, Melys van den Voerde en Hermen Husman aan de eene zijde, en het klooster te Diepenveen en Hugen van Leyden aan den anderen kant, ingemeten van den Segedijk tot den Veluwschen dijk, en de helft van een stuk land tusschen voornoemde halve tiendvrije hoeve en de Waldenbergensche hoeve, reikende van den Segendijk tot den Middeldijk. Gegeven 1426 op St. Petri-avond ad Cathedram.

X. Van der Waldenbergenscher hoven gekoft van Hinric Lansinc, Mattheus ende Albert van Waldenbergen. Swene hefft se under.

Voor Bernd van Werven, richter in Nijbroek, Jacob van Tiel en Willem Kerchof, schepenen, verklaren Hinric Lansinc, Mattheus en Albert van Waldenbergen verkocht te hebben aan broeder Harmen van Schonebecke, convers te Diepenveen, ten behoeve van het klooster, een hoeve land in Nijbroek, geheeten de Waldenbergsche hoeve, tusschen land van het klooster Diepenveen en den Weilhuserweg, reikende van den Segedijk tot den Veluwschen dijk.

Gegeven 1433 op St. Servaes-avond.

XI. Wo Ermegard Hinrics Lansinges wijf desse vorsz. hovelanden verkofft ende uitgeit vor gericht.

Voor Berend van Werven, richter in Nijbroek, Jacob van Tiel en Willem Kerchoff, verklaart Ermegard van Waldenbergen met Hinric Lansing haar man als momber, verkocht te hebben aan Willem Grubben, ten behoeve van het klooster te Diepenveen, de Waldenbergsche hoeve gelegen in Nijbroek, begrensd als boven in no X.

Gegeven 1435 Dinsdag na Hemelvaart.

Hiervan is nog een brief »dar Hinric Lansinck, Mattheus van Waldenbergen ende Albert van Waldenbergen desse vorsz. hove landes in lavet to waren.<<

XII. Item >> Daer is een breiff van vyff heren pond. wt twyntich marghen landes ende noch wt achte marghen landes gheleghen in den Nyenbroeck van onser suster weghen Wobbeke van Rensen. Tho St. Peter ad Cathedram betalen. « 1)

XIII-XXIV zijn niet ingevuld.

XXV, Van den Deveswynkel in den kerspel te Vacen.

Hermen van Mekeren 2) en Fije zijn vrouw, verklaren over te hebben gegeven aan het klooster van Diepenveen een erfje, geheeten de Deveswynkel, gelegen in het kerspel Vaassen, beneden de Grift, hetwelk Rende van Ingen gepacht heeft voor 10 vlaamsche gulden en een paar kapoenen 's jaars, 13 vlaamsche groot gerekend voor een gulden, en zulks als een eeuwig testament en medegave voor hun dochter Hermen, 3) gekleede non te Diepenveen, vrij van den tyns van drie oude grooten, die Hermen van Mekeren uit zijn andere goederen zal voldoen.

Gegeven 1439 den 3den Maart.

1) Dit is met een 16de eeuwsche hand bijgeschreven sub XII. In het Register is XII niet ingevuld. Wobbeke Rensen behoort tot de latere zusters van Diepenveen en komt derhalve in het Necrologium niet voor. Misschien is zij dezelfde als Sapientia de Rensen, die volgens de lijst bij Matthaeus in 1500 als priorin sterft. Zie boven bl. 332 noot I.

2) Hij was een oom van Elisabeth van Delft (zie Necrologium boven bl. 324 noot 4) en woonde te Doesburg. Zie Brinkerink a. w. bl. 251.

3) Zij komt niet in het Necrologium voor.

Item: Desse breif holt dat Hermen van Mekeren dyt vorsz. gued alse de Deveswinkel, vrijen wil van den tynse, also van 3 alden groten, und wil de up sin erve ende gued wijsen. Dat en heft he nyet gedaen maer he hevet uns in dat tynsboeck laten setten, dat was unse gude wille, want wij hadden aenx dat he den tyns versumen solde.<«<

Hiervan is noch een brief »dat Hermen dit vorsz. erve ende gued inne gekoft hevet.<<

XXVI, XXVII zijn niet ingevuld.

XXVIII. Van XIIJ rinsche gulden to Vecen in den kerspele to Heerde.

Voor Hinric de Vos van Steenwijck, richter van Veluwe, verklaart heer Johan Mychels, priester in het fraterhuis te Doesburg, met Merten Heysen als momber, over te geven aan broeder Hugen den Havesche 1), als zaakgelastigde van het klooster Diepenveen, ten behoeve van dat klooster, 121/2 goede keurvorstelijke overlandsche rynsche gld. 's jaars, naar uitwijzen van een maagscheidbrief. Gerichtslieden hierover waren Everd van Wilp, Johan ten Hoeve, Deric Smullinck, Hinric van Aldeneyl e. a.

Gegeven 1455 Vrijdags na St. Jan in Midzomer. 2)

XXIX. Eyn mechtich breif van dessen XIIJ gld.

Hinricus van den Grave, Reynerus van Kessel, Johannes ten Cruce, Theodorus van Sittert, priesters en

1) Zie over hem 't Necrologium der priesters, boven bl. 339 noot 3. 2) Door deze en de beide volgende brieven is een streep gehaald. Gelmer Nyemanszoon in n°. XXX wordt verder Gelmer Meynaldszoon genoemd.

provisoren van het fraterhuis te Doesburg, verklaren Johan Mychels en Bitter van Hoessen priesters, gemachtigd te hebben een maagscheidbrief van 1212 gld. over te geven aan het klooster te Diepenveen, zooals Geret Mychels in zijn giftbrief heeft bepaald. Gegeven 1455 op St. Johansavond in Midzomer.

XXX. Eyn maechscheidbreif van den XIIJ gld. to

Vecen.

Gelmer Nyemanszoon, Deric Spitolf, Everd Krijt en Albert ten Hoeve verklaren als vrienden en magen een broederscheiding gedaan te hebben tusschen Johan Mychels, priester in het fraterhuis te Doesburg, en zijn broeder Geret Mychels van alle erfgoederen hunner overleden ouders, zoodat het fraterhuis als deel voor Johan Mychels een jaarrente van 1212 gld. zal ontvangen uit de Hillenmaat en uit nog twee andere stukken land in het kerspel van Heerde, en Geret zal bezitten al de 'goederen die Johans erfenis uitmaken. Behalve de bovengenoemden, heeft ook Hinricus van den Grave, rector van het fraterhuis, deze scheiding met het zegel van het fraterhuis bekrachtigd.

Gegeven 1443 op O. L. Vrouwen-avond Nativitatis.

XXXI. Van 10 rinschen gld. to Vecen ende Ter Walde van Geret Mychels.

Voor Peter van Egmond, richter van Veluwe, verklaren Geret Mychels en zijn vrouw Wibbe verkocht te hebben aan Hugen den Havesche 1), als zaakgelastigde van het klooster Diepenveen, ten behoeve van dit klooster, 10 keurvorstelijke overlandsche rynsche gld. jaarrente uit 13 morgen land in de Veertien hoeven

1) Zie het Necrologium der priesters, boven bl. 339 noot 3. ARCHIEF XXXIII.

27

in het kerspel van Ter Waelde en uit de Hellemaet in de buurschap Veessen in het kerspel Heerde, en uit nog andere stukken land.

Gegeven 1457 Dinsdag na Zondag Oculi.

Voorts verklaart Gerd Mychels dat het klooster die 10 gld. invorderen mag van de pachters der genoemde landerijen.

Gegeven 1457 Zaterdag na St. Jan Baptistendag.

Ook mag Gerd Mychels deze 10 gld. jaarrente binnen 12 jaar weer inkoopen voor 200, of de helft voor 100 rynsche gld.

XXXII. Van den tyende to Vecen geheyten des

Rovers tiende in den kerspele van Heerde.

Aan Otto van Bymmen, als leenheer, en aan beleende mannen van den Hertog van Gulik en Gelder, heeft Maes Rover Dercz. van wege zijn vader, opgedragen de Rovers tienden, die hij in leen had; welke tienden Otto voorz. daarop in leen opdroeg, ten behoeve van de priorin en het klooster te Diepenveen, aan Berend van Mengede. 1) Hierover waren leenmannen Johan Gruter Dercszoon en Wolter Kyvyt.

Gegeven 1411 Dinsdag na den Zondag Letare.

Er is nog een brief waar » Derc de Rover ende Maes sin soen unse closter den vorsz. tienden, geheiten des Rovers tiende, in verkofft hebben.<<

Voorts een brief »dar vrawe Gertrud van Bymmen als eyn leenvrauwe desse vorzs. tiende Bernde van Mengede in beleent heft.«

>> Und in dessen navolgende breve hefft uns vrawe Gertrud dessen vorsz. tiende gevryet und vor eyn edel egen guet gemaket; meer id en mochte uns niet baten,

1) Zie het Necrologium der priesters, boven bl. 339 noot 2.

« AnteriorContinuar »